3
Telefoneren; extra functies
3.1
Bellen met de geheugentoetsen
Onder de 6 geheugentoetsen kunt u telefoonnummers op-
slaan. Daarna kunt u een opgeslagen telefoonnummer kiezen
door op een geheugentoets te drukken en vervolgens de
hoorn op te nemen of op
U kunt een telefoonnummer als volgt onder een geheugen-
toets opslaan of wijzigen:
1 Druk op de te wijzigen geheugentoets
2 Druk op wijzig.
3 Kies het telefoonnummer (u kunt een eerder opgeslagen
telefoonnummer wissen door op wis te drukken en u kunt de
cursor verplaatsen met de displaytoetsen < en >).
4 Druk op ok.
5 Druk op
3.2
Bellen vanuit het interne telefoonboek
U kunt telefoonnummers die u regelmatig belt in het interne
telefoonboek van het toestel opslaan. Daardoor kunt u ze steeds
makkelijk bellen. U kunt 100 telefoonnummers van maximaal 21
cijfers met een naam van maximaal 20 letters opslaan in het
interne telefoonboek. Het telefoonboek is beschikbaar voor alle
gebruikers van het toestel.
Telefoonnummers opslaan in het telefoonboek
1
Druk (herhaald) op
verschijnt.
2
Druk op ok.
3
Druk op nw..
>
In het display verschijnt Naam:.
5
Toets een naam in met de cijfertoetsen. Zie ook Letters
invoeren in paragraaf 1.4.
6
Druk op ok.
>
In het display verschijnt Nr.:.
7
Toets een telefoonnummer in (toets voor lokale telefoonnum-
mers ook het netnummer in).
18
te drukken.
.
totdat Telefoonboek in het display
-
.