2
Telefoneren; basisfuncties
2.1
Bellen
De Vox Delta heeft een hoorn, een microfoon en een luidspreker.
Via de microfoon en de luidspreker kunt u handenvrij bellen. Ook
kunt u tijdens een gesprek de luidspreker van uw toestel inschake-
len, zodat anderen in dezelfde ruimte kunnen meeluisteren.
U kunt op verschillende manieren telefoonnummers kiezen. In de
paragrafen 2.4 - 2.7 wordt uitgelegd hoe u telefoonnummers kunt
bellen die zijn opgeslagen in het geheugen van het toestel.
U belt een telefoonnummer als volgt met de cijfertoetsen:
1
Neem de hoorn op of druk op
2
Toets een telefoonnummer in met de cijfertoetsen.
Bellen met nummercontrole
Als u eerst het telefoonnummer intoetst, kunt u dat in het display
nog controleren en eventueel wijzigen voordat het wordt gebeld.
Als u de functie Naam kiezen hebt ingeschakeld, zijn de toetsen
automatisch omgeschakeld naar alfabet. U kunt pas cijfers
intoetsen nadat u de hoorn hebt opgenomen. Zie ook pagina 13.
1
Toets een telefoonnummer in.
>
Het telefoonnummer verschijnt in het display. Met wis kunt u
de ingetoetste cijfers wissen.
2
Neem de hoorn op of druk op
>
Het telefoonnummer wordt gekozen.
Let op!
Lees ook hoofdstuk 5 over NummerWeergave. U kunt zelf beslis-
sen of uw telefoonnummer getoond moet worden en, zo ja, welk
telefoonnummer (MSN1, MSN2 of MSN3).
2.2
Gebeld worden
Als het telefoonnummer van de beller wordt doorgegeven, kunt u
dit aflezen in het display voordat u een telefoontje beantwoordt.
Als dit nummer overeenkomt met een nummer in het interne
16
.
.