Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Temperatuurregeling; Luchtkwaliteitsregeling (Aqc) - Komfovent VERSO Standard Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VERSO Standard:
Inhoudsopgave

Advertenties

2.3. Temperatuurregeling

De temperatuur in de luchtbehandelingskast wordt op peil gehouden door de werkelijke temperatuur te meten en deze
te vergelijken met de door de gebruiker gedefinieerde temperatuur. Afhankelijk van de vraag of de toegevoerde lucht moet
worden verwarmd of gekoeld, worden vervolgens warmtewisselaars of extra verwarmingen/koelers geactiveerd. Beschik-
bare temperatuurregelingmethodes:
Toevoerluchttemperatuurregeling – de kast levert lucht met een door de gebruiker gedefinieerde temperatuur.
Afvoerluchttemperatuurregeling – de kast selecteert automatisch de temperatuur van de toegevoerde lucht om er-
voor te zorgen dat de temperatuur van de afgevoerde lucht zo snel mogelijk wordt bereikt en gehandhaafd. De ruimte-
luchttemperatuur wordt gemeten door een geïntegreerde afvoerluchttemperatuursensor.
Ruimtetemperatuurregeling – de kast selecteert automatisch de temperatuur van de toegevoerde lucht om ervoor te
zorgen dat de ruimtetemperatuur zo snel mogelijk wordt bereikt en gehandhaafd; de ruimtetemperatuur wordt geme-
ten door een optionele sensor (0..10 V-signaal komt overeen met het bereik van 0..50 °C). De ruimtetemperatuurregeling
is alleen beschikbaar als geen van de volgende functies tegelijkertijd is geactiveerd: AQC, OOD.
Balans – de temperatuur van de toegevoerde lucht blijft gelijk aan de temperatuur van de afgevoerde lucht, daarom is
het selecteren van een gewenste temperatuur in de ventilatiemodus niet mogelijk. De ruimteluchttemperatuur wordt
gemeten door een geïntegreerde afvoerluchttemperatuursensor.
Voor informatie over het selecteren van een temperatuurregelingsmethode zie hoofdstuk "Regeling en instellingen".

2.4. Luchtkwaliteitsregeling (AQC)

De functie luchtkwaliteitsregeling is bedoeld om de intensiteit van de ventilatie aan te passen aan de kwaliteit van de
binnenlucht. Wanneer de kwaliteit van de binnenlucht onder de door de gebruiker gedefinieerde grens komt, wordt de
intensiteit van de ventilatie geleidelijk verhoogd totdat de luchtkwaliteit verbetert. Voor deze functie is een luchtkwaliteits-
sensor nodig die in het afvoerluchtkanaal of in de ruimte is geïnstalleerd (zie "Installatiehandleiding").
De luchtkwaliteit kan worden geregeld door een van de volgende sensoren (het type van de sensor wordt tijdens de
bestelling geselecteerd of ingesteld in het menuonderdeel "Instellingen" van de afstandsbediening):
Kooldioxide CO2.
Luchtkwaliteit VOCq, waarbij het maximale signaal overeenkomt met een goede luchtkwaliteit.
Luchtkwaliteit VOCp, waarbij het minimale signaal overeenkomt met een goede luchtkwaliteit.
Relatieve vochtigheid RH.
Temperatuur TMP.
De AQC-functie wordt geblokkeerd als een van de volgende functies tegelijkertijd wordt geactiveerd: SNC, MTC, OCV.
Voor informatie over het activeren van deze functie en het instellen van een gehandhaafde luchtkwaliteitswaarde, zie
hoofdstuk "Regeling en instellingen".
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
Verso Standard_user manual_23-05
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave