[
]-knop, [
]-knop
4
U kunt de [
] [
]-knoppen gebruiken om de cursor te bewegen die op de
display verschijnt bij CTRL MAP, PGM CHANGE, MIDI CH of USER ASSIGN.
Controllers [B1]–[B4] (knop)
5
U kunt aan deze knoppen het gewenste MIDI-commando toewijzen.
0 <MIDI-commando9s toewijzen= (p. 29)
[SPLIT]-knop, [DUAL]-knop, [LOWER]-knop, [UPPER]-knop
6
[SPLIT]-knop
Gebruik deze knop om het klavier te splitsen in een rechter (UPPER) en linker (LOWER)
gedeelte zodat u voor elk gedeelte een ander geluid kunt instellen.
[DUAL]-knop
Gebruik deze knop om twee klanken tegelijk af te spelen.
[LOWER]-knop
Gebruik deze knop om het LOWER gedeelte te bespelen.
[UPPER]-knop
Gebruik deze knop om het UPPER gedeelte te bespelen.
[SHIFT]-knop
7
In PLAY-modus (p. 41) kunt u de [SHIFT]-knop ingedrukt houden en de controllers [B1]–
[B4], de [DUAL]/[LOWER]/[UPPER]-knoppen, de [TRANSPOSE]-knop en de OCTAVE [–]
[+]-knoppen als numeriek klavier gebruiken. Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk
op de [SPLIT]-knop om een spatie terug te gaan.
[TRANSPOSE]-knop
8
Met deze knop kunt u de toonhoogte van het klavier in stappen van een halve toon
verhogen of verlagen.
0 <TRANSPOSE= (p. 62)
OCTAVE [–] [+]-knoppen
9
Met deze knop kunt u de toonhoogte van het klavier in stappen van een octaaf
verhogen of verlagen.
Benderhendel
10
Gebruik deze hendel om de toonhoogte te wijzigen of vibrato toe te passen.
U kunt deze hendel ook gebruiken als een controller en er een MIDI-commando aan
toewijzen.
0 <MIDI-commando9s toewijzen= (p. 29)
Namen en functies van onderdelen
9