Veld voor het toewijzen van commando's
3
Hier kunt u de waarde van de verschillende parameters instellen voor het MIDI-
commando dat u hebt geselecteerd in de keuzelijst <Assign Message=
Voor meer informatie over de parameters van elk MIDI-commando, zie
<Commandoparameters= (p. 33).
Output Port
4
Hier kunt u bepalen welke USB-poort wordt gebruikt om MIDI-commando9s naar een
via USB aangesloten computer te verzenden.
Poort
Port 1
MIDI-commando9s worden naar <A-PRO 1 verzonden=.
Port 2
MIDI-commando9s worden naar <A-PRO 2 verzonden=.
MIDI-commando9s worden zowel naar <A-PRO 1 = als naar <A-PRO 2
Port 1+2
verzonden=.
Button Mode
5
Als de controller een knop is, wordt hiermee de knopmodus bepaald.
Modus
De knop indrukken betekent inschakelen, de knop loslaten betekent
Unlatch
uitschakelen.
Telkens wanneer u de knop indrukt, wordt afwisselend in- en
Latch
uitgeschakeld.
Telkens wanneer u de knop indrukt, wordt de waarde met één
verhoogd (of met één verlaagd als de maximale waarde bereikt is). Bij
Increase
de maximale waarde (minimale waarde), wordt naar de minimale
waarde (maximale waarde) gesprongen.
* Dit kan niet worden geselecteerd bij het commandotype Note.
.
2
Beschrijving
Beschrijving
Aftertouch mode (AFT Mode)
6
Als u een van de controllers [A1]–[A8] configureert, kunt u de aftertouch instellen.
Modus
OFF
Geen aftertouch
Channel Pressure
Verzonden als kanaaldrukcommando9s
Polyphonic Key Pressure
Verzonden als polyfone toetsdrukcommando9s
Name
7
Hier kunt u een naam ingeven om de functie te beschrijven die u aan de controller hebt
toegewezen; de naam wordt op de display van de A-PRO weergegeven. Er kunnen tot
zestien alfanumerieke tekens van 1 byte worden ingegeven. De naam die u hier
ingeeft, wordt weergegeven in het veld <PARAMETER= van het html-bestand dat werd
geëxporteerd met behulp van het commando [Export Assign List] in het menu [File].
Virtual Center Click
8
Als u een van de controllers [R1]–[R9] of [S1]–[S9] configureert, kunt u de virtual center
click instellen (p. 55).
Daardoor wordt het bereik vergroot waarin de middenwaarde wordt verzonden.
Modus
OFF
Geen ongevoelig bereik in het midden
ON
Ongevoelig bereik in het midden
A-PRO Editor gebruiken
Beschrijving
Beschrijving
25