Nagaan of de installatie is geslaagd
Voer onderstaande stappen uit om na te gaan of het stuurprogramma correct werd geïnstalleerd.
We nemen SONAR LE als voorbeeld voor Windows, en GarageBand als voorbeeld voor Mac OS X.
Controleren met een SONAR soft-synth (Windows)
Hier volgt een voorbeeld met een bijgeleverde plug-in synth in combinatie met
SONAR X1 LE. De procedure of de schermen kunnen verschillen als u een andere versie
gebruikt.
1
SONAR LE opstarten.
2
In het menu [EDIT] klikt u op [Preferences...], en klikt u in het linkse
menu op [Devices] in het veld MIDI.
Het scherm waarin MIDI-invoer-/uitvoerapparaten worden geselecteerd,
verschijnt.
3
Selecteer de volgende MIDI-apparaten in de velden [Inputs] en
[Outputs].
Inputs
A-PRO MIDI IN
A-PRO 1
A-PRO 2
Als u de A-PRO niet kunt selecteren als invoer-/uitvoerapparaat, is er mogelijk een
probleem opgetreden.
Raadpleeg <Problemen met instellingen= in de rubriek
"Problemen oplossen" (p. 76).
4
Klik op [Apply] en vervolgens op [Sluiten] om het dialoogvenster
Preferences te sluiten.
5
Klik op [New] in het menu [File].
Het dialoogvenster <New Project File= verschijnt.
Outputs
A-PRO
A-PRO MIDI OUT
6
Selecteer [Normaal] in het veld "Template"; voer vervolgens een
projectnaam in het veld "Name" in en klik op [OK].
7
Selecteer [Soft Synths] in het menu [Insert] en vervolgens [Square I].
8
Selecteer de optie [Synth Property Page] in het veld [Open These
Windows] in het dialoogvenster "Insert Soft Synth Options" en klik
op [OK].
9
Bespeel het toetsenbord van de A-PRO.
Als de MIDI-monitor in de taakbalk reageert en u het geluid van de synth hoort, is de
A-PRO correct op uw computer aangesloten.
Het stuurprogramma installeren
19