Toewijzing RPN/NRPN
Hieronder wordt uitgelegd hoe een RPN of NRPN aan een controller kan worden toegewezen.
Gegevensinvoer MSB (CC#6)
bereik
0–127 (00–7FH)
1
Druk tegelijkertijd op de [ACT]- en de [
2
Beweeg de controller waaraan u een RPN of NRPN wenst toe te
wijzen lichtjes.
Als de controller een knop is, drukt u deze in.
Het nummer van de geselecteerde controller knippert op de display.
3
Controleer of het juiste nummer op de display wordt getoond en
druk op de [ENTER]-knop.
4
Draai de [VALUE]-regelaar totdat
"RPN" op de display verschijnt.
* Als u een NRPN-commando wilt toewijzen,
zorg dan dat <NRPN= op het scherm verschijnt. De rest van de procedure is
dezelfde als voor RPN.
5
Druk op de [ENTER]-knop.
Op de display verschijnt het huidig
ingestelde MIDI-verzendkanaal.
6
Gebruik de [VALUE]-regelaar om het gewenste MIDI-verzendkanaal
in te stellen.
7
Druk op de [ENTER]-knop.
8
Gebruik de [VALUE]-regelaar om het
gewenste RPN MSB (CC#101) of
NRPN MSB (CC#99) te selecteren.
9
Druk op de [ENTER]-knop.
10
Gebruik de [VALUE]-regelaar om het gewenste RPN LSB (CC#100) of
NRPN LSB (CC#98) te selecteren.
11
Druk op de [ENTER]-knop.
12
Configureer de gewenste "Instelling knopmodus" (p. 55) of
"Instelling Virtual center click" (p. 55) voor het specifieke
controllertype.
Gegevensinvoer LSB (CC#38)
Poort
bereik
niet verzonden
PORT1
]-knop.
MIDI-commando9s toewijzen(EDIT-modus)
53