Afb.48 Rookgasmeetpunt
7601052 - v.11 - 29062015
Zie
Controle en instelling van de verbranding, pagina 45
7.6.2 Controle en instelling van de verbranding
1. Schroef de dop van het rookgasmeetpunt los.
2. Steek de meetsensor van de rookgasanalysator in de meetopening.
Waarschuwing
Dicht de opening rond de meetsensor tijdens de meting goed af.
Toelichting
De rookgasanalysator moet een minimale nauwkeurigheid hebben
van ±0,25% O
3. Meet het percentage O
vollast en laaglast.
Toelichting
AD-0000154-01
Metingen moeten gedaan worden zonder frontmantel.
Controle-/instelwaarden O
1. Druk ongeveer 3 seconden op de toets
De statussignalering van de
kort groen: laaglast is ingesteld.
2. Druk nogmaals 2 keer op de toets
De statussignalering van de
kort uit: vollast is ingesteld.
Toelichting
De vollaststand kan alleen bereikt worden via de laaglaststand.
3. Meet het percentage O
4. Vergelijk de gemeten waarde met de controlewaarden in de tabel.
Tab.19 Controle-/instelwaarden O
Waarden bij vollast voor G20 (H-gas)
Tzerra M 15s Plus
Tzerra M 25s Plus
Tzerra M 24/28c Plus
Tzerra M 35s Plus
Tzerra M 35/40c Plus
(1) Nominale waarde
Tab.20 Controle-/instelwaarden O
Waarden bij vollast voor G25 (L-gas)
Tzerra M 15s Plus
Tzerra M 25s Plus
Tzerra M 24/28c Plus
Tzerra M 35s Plus
Tzerra M 35/40c Plus
(1) Nominale waarde
Tab.21 Controle-/instelwaarden O
Waarden bij vollast voor G31 (Propaan)
Tzerra M 15s Plus
.
2
in de rookgassen. Voer een meting uit bij
2
bij vollast
2
-toets is oranje en knippert steeds
.
-toets is oranje en gaat steeds 2 keer
in de rookgassen.
2
bij vollast voor G20 (H-gas)
2
bij vollast voor G25 (L-gas)
2
bij vollast voor G31 (Propaan)
2
7 Inbedrijfstelling
.
O
(%)
(1)
2
3.8 – 4.3
(1)
3.8 – 4.3
(1)
3.8 – 4.3
(1)
3.8 – 4.3
(1)
3.8 – 4.3
(1)
O
(%)
(1)
2
6.3 – 6.8
(2)
6.3 – 6.8
(2)
6.3 – 6.8
(2)
6.3 – 6.8
(2)
6.3 – 6.8
(2)
O
(%)
(1)
2
4.7 – 5.2
(3)
45