5
Voor de installatie
5.1
Installatievoorschriften
5.2
Locatiekeuze
Afb.11 Positie typeplaat
Afb.12 Montageruimte
0 0
1 0
7601052 - v.11 - 29062015
AD-0000261-01
5
3 6
8
5
≥ 2
0 0
5 5
4
≥ 2
5 0
4
3 6
AD-0000263-01
Waarschuwing
De installatie van de ketel moet door een erkend installateur wor
den uitgevoerd volgens de plaatselijk en nationaal geldende regel
geving.
5.2.1 Typeplaat
De typeplaat boven op de ketel vermeldt het ketelserienummer en belang
rijke ketelspecificaties, zoals de uitvoering en toestelcategorie. De dF-en
dU-codes staan ook op de typeplaat vermeld.
5.2.2 Plaats van de ketel
Bepaal de juiste plaats voor montage van de ketel aan de hand van de
richtlijnen en de benodigde opstellingsruimte.
Houd bij de bepaling van de juiste opstellingsruimte rekening met de
toegestane positie van de rookgasafvoeruitmonding en/of luchttoevoer
uitmonding.
Zorg voor voldoende ruimte onder de ketel voor het plaatsen en verwij
deren van de sifon en de aansluitbox.
Zorg voor voldoende ruimte rond de ketel voor een goede bereikbaar
heid en vereenvoudiging van het onderhoud.
Bevestig de ketel tegen een vlakke ondergrond.
Gevaar
Het is verboden om, zelfs tijdelijk, brandbare producten en stoffen
in de ketel of in de buurt van de ketel op te slaan.
Waarschuwing
Bevestig de ketel op een stevige wand die het gewicht van de
met water gevulde ketel en de voorzieningen kan dragen.
Plaats de ketel niet boven een warmtebron of een kookappa
raat.
Plaats de ketel niet in direct of indirect zonlicht.
Opgelet
De ketel moet in een vorstvrije ruimte geïnstalleerd worden.
Bij de ketel moet een geaarde elektrische aansluiting aanwezig
zijn.
Voor de condensafvoer moet er een aansluiting op het riool in
de buurt van de ketel zijn.
5 Voor de installatie
23