2 Aanwijzingen bij de documentatie
2
Aanwijzingen bij de documentatie
2.1
Aanvullend geldende documenten in acht
nemen
▶
Neem absoluut alle bedienings- en installatiehandleidin-
gen die bij de componenten van de installatie worden
meegeleverd in acht.
2.2
Documenten bewaren
▶
Gelieve deze handleiding alsook alle aanvullend gel-
dende documenten aan de gebruiker van de installatie
te geven.
2.3
Geldigheid van de handleiding
Deze handleiding geldt uitsluitend voor toestellen met de
volgende typeaanduidingen en artikelnummers:
Geldigheid: België
Typeaanduiding
aroTHERM VWL 55/2 A 230 V
aroTHERM VWL 85/2 A 230 V
aroTHERM VWL 115/2 A 230 V
aroTHERM VWL 115/2 A 400 V
aroTHERM VWL 155/2 A 230 V
aroTHERM VWL 155/2 A 400 V
Geldigheid: Nederland
Typeaanduiding
aroTHERM VWL 55/2 A 230 V
aroTHERM VWL 85/2 A 230 V
aroTHERM VWL 115/2 A 400 V
aroTHERM VWL 155/2 A 400 V
Het zevende tot 16e cijfer van het serienummer op het type-
plaatje vormen het artikelnummer.
3
Systeemoverzicht
3.1
Veiligheidsinrichtingen
Geldigheid: België OF Nederland
–
Het product kan bij volgende buitentemperaturen werken:
VWL 55/2 A 230 V
−15 ... 28 ℃
CV-bedrijf
−15 ... 46 ℃
Boilerlaadbedrijf
10 ... 46 ℃
Koelbedrijf
–
Als de druk in het koudemiddelcircuit van het product de
maximumdruk van 4,15 MPa (41,5 bar) overschrijdt, dan
schakelt de hogedrukpressostaat het product tijdelijk uit.
Na een wachttijd volgt een bijkomende startpoging van
6
–
–
–
–
–
Art.-nr.
0010016408
0010016409
0010016410
0010016411
0010016412
0010016413
Art.-nr.
0010016408
0010016409
0010016411
0010016413
3.2
Het warmtepompsysteem bestaat uit de volgende compo-
nenten:
–
–
VWL 85/2 A 230 V
–
VWL 115/2 A 230 V
–
VWL 115/2 A 400 V
VWL 155/2 A 230 V
De bediening van de warmtepomp kan door de warmte-
VWL 155/2 A 400 V
pompbesturingsmodule VWZ AI uitgevoerd worden. De uit-
−20 ... 28 ℃
gebreide bediening van de warmtepomp wordt via de sys-
teemthermostaat uitgevoerd.
−20 ... 46 ℃
10 ... 46 ℃
het product. Na drie mislukte startpogingen na elkaar
wordt een foutmelding weergegeven.
Als het product uitgeschakeld wordt, dan wordt de ver-
warming van de carterbehuizing bij een compressoruit-
laattemperatuur van 7 °C ingeschakeld om mogelijke
schade bij het herinschakelen te verhinderen.
Als de compressorinlaattemperatuur en compressoruit-
laattemperatuur onder 1 °C liggen, dan gaat de compres-
sor niet in werking.
Een temperatuursensor aan de compressoruitlaat be-
grenst de werking van het product als de gemeten tem-
peratuur hoger is dan de maximaal toegestane tempera-
tuur. De maximaal toegestane temperatuur is afhankelijk
van de verdampings- en condensatietemperatuur.
Het product meet bij ingebruikneming van het product het
debiet van het aangesloten CV-circuit.
Als de temperatuur van het CV-circuit onder 3 °C daalt,
dan wordt automatisch de vorstbeveiligingsfunctie van
het product geactiveerd door de CV-pomp te starten.
Opgelet!
Kans op materiële schade of milieu-
schade!
De temperatuur van het CV-water kan in ge-
val van een stroomuitval bijv. door onder-
houdswerkzaamheden, onderbrekingen van
de voedingsspanning, netspanningsuitval
door het energiebedrijf, tot onder het vries-
punt afnemen. De interne productvorstbe-
schermingsfuncties zijn dan buiten werking
en er bestaat bevriezingsgevaar voor de CV-
installatie.
▶
Zorg voor een vorstveilig bedrijf van de
CV-installatie!
Aanwijzing
Het gebruik van de warmtepomp buiten de toe-
passingsgrenzen leidt tot het uitschakelen van de
warmtepomp door de interne regel- en veiligheids-
inrichtingen.
Opbouw van het warmtepompsysteem
Warmtepomp (aroTHERM
Warmtepompbesturingsmodule VWZ AI
Evt. extra hydraulische componenten
SysteemthermostaatVRC 700
Installatiehandleiding aroTHERM 0020186581_06