instelling in Disabled.
3. Sluit de externe
audioapparaten aan
op de connectoren
van de geluidskaart.
Netwerkkaart
1. Open het
programma System
Setup (zie
Setup).
2. Ga naar Advanced
Chipset Features en
selecteer Onboard
LAN Controller.
Wijzig vervolgens de
instelling in Disabled.
3. Sluit de stekker van
de netwerkkabel aan
op de connector voor
de netwerkkabel.
Terug naar inhoudsopgave
3. Sluit de externe
audioapparaten aan op
de connectoren op het
achterpaneel van de
computer.
1. Open het programma
System Setup (zie
System
System
Setup).
2. Ga naar Advanced
Chipset Features en
selecteer Onboard LAN
Controller. Wijzig
vervolgens de instelling
in Enabled.
3. Sluit de stekker van de
netwerkkabel aan op de
ingebouwde
netwerkaansluiting.