SMA Solar Technology AG
6 Inbedrijfstelling
Vóór de inbedrijfstelling dient gecontroleerd te worden of aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
• Correct aangesloten AC-kabel (voedingskabel)
• Volledig aangesloten DC-kabels (PV-strings)
• Niet-benodigde DC-connectors aan de onderkant van de behuizing zijn afgesloten met behulp
van de beschermkappen
• Het deksel van de behuizing is vastgeschroefd
• Vast aangesloten Electronic Solar Switch
• Correct geconfigureerde leidingbeveiligingsschakelaar
Handelwijze bij de inbedrijfstelling
1. De leidingbeveiligingsschakelaar inschakelen.
2. Overdag geeft een brandende of knipperende
groene LED het ongestoorde bedrijf weer. De
inbedrijfstelling is in dit geval met succes
uitgevoerd.
's Nachts is een signalering vanwege een te
geringe instraling niet mogelijk.
A Groene LED Bedrijf
B Rode LED
C Gele LED
3. De betekenis van de rode LED wordt gedetailleerd
beschreven in hoofdstuk 9 "Foutzoeken"
(Pagina 59).
4. Een toelichting op de betekenis van de gele LED
alsmede van de fout- en statusmeldingen op de
display vindt u in de meegeleverde
gebruiksaanwijzing.
Installatiehandleiding
Aardlek, varistor defect of
stringzekering defect
Storing
SMC9-11TLRP-INL092530
Inbedrijfstelling
45