4
Druk op Esc waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan.
5
Druk op Y om de wijzigingen op te slaan.
Hierna wordt de computer opnieuw opgestart.
Een bestaand systeem- of installatiewachtwoord verwijderen
of wijzigen
Zorg dat de Password Status (Wachtwoordstatus) ontgrendeld is (in de
systeemconfiguratie) voor u probeert om het bestaande systeem- of
installatiewachtwoord te verwijderen of te wijzigen. U kunt een bestaand systeem- of
installatiewachtwoord niet verwijderen of wijzigen als de Password Status
(Wachtwoordstatus) is vergrendeld.
Druk na het aanzetten of opnieuw opstarten van de computer onmiddellijk op F2 om
naar de System Setup te gaan.
1
Selecteer System Security (Systeembeveiliging) in het scherm System BIOS
(Systeem BIOS), of System Setup (Systeeminstallatie) en druk op Enter.
Het scherm System Security (Systeembeveiliging) wordt geopend.
2
Controleer in het scherm System Security (Systeembeveiliging) of Password
Status (Wachtwoordstatus) op Unlocked (Ontgrendeld) staat.
3
Selecteer System Password (Systeemwachtwoord), wijzig of verwijder het
bestaande systeemwachtwoord en druk op Enter of Tab.
4
Selecteer Setup Password (Installatiewachtwoord), wijzig of verwijder het
bestaande installatiewachtwoord en druk op Enter of Tab.
OPMERKING: Als u het systeem- of installatiewachtwoord wijzigt,
geeft u het nieuwe wachtwoord in wanneer de melding daarvoor
verschijnt. Als u het systeem- of installatiewachtwoord verwijdert,
bevestigt u de verwijdering wanneer de melding daarvoor verschijnt.
5
Druk op Esc waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan.
6
Druk op Y om de wijzigingen op te slaan en de systeeminstallatie te verlaten.
Hierna wordt de computer opnieuw opgestart.
CMOS-instellingen wissen
1
Verwijder de onderplaat.
2
Verwijder de
3
Verwijder de knoopbatterij.
4
Wacht één minuut.
batterij.
109