12.6
Hoofdmenu M: motorsnelheid
12.6.1 Submenu M1:
maximale motorsnelheid
De maximale motorsnelheid kan van 127 top op de
ingestelde waarde van de minimale motorsnelheid (M2)
worden verlaagd. Dit is gunstig wanneer de benodigde
loopweg voor het openen van de deur aanmerkelijk
kleiner is dan de deurhoogte.
12.6.2 Submenu M2:
minimale motorsnelheid
De minimale motorsnelheid kan van 006 top op de
ingestelde waarde van de maximale motorsnelheid (M1)
verhoogd worden. Bij de instelling 127 is de soft start/
stop uitgeschakeld.
12.6.3 Submenu M3:
versnellingscurve motor
De duur van de softstart en softstop kan hier van 1 tot 10
sec. worden ingesteld.
Voorbeeld: instelling 3 sec. De aandrijving loopt met de
minimale motorsnelheid (M2) aan en wordt binnen 3 sec.
tot de maximale motorsnelheid (M1) gebracht, voor zover
M2 op 6 en M1 op 127 is ingesteld. Wanneer M2 en M1
dichter bij elkaar liggen, bijv. M1 80 en M2 6, dan wordt
de softlooptijd verkort tot 1,8 sec., hoewel 3 sec.
ingesteld is, omdat de stijging van deze karakteristiek
steeds wordt berekend op basis van 6/127. Zie diagram.
1 2 7
1 2 0
1 0 0
8 0
6 0
4 0
2 0
6
-1
Start
12.6.4 Submenu M4:
Reserve
Stand: Januar 1999
0
2
1
3
4
5
t in seconden
18