De besturingshendels kunnen hoger of lager
worden geplaatst voor een optimaal
bedieningscomfort.
1. Verwijder de twee bouten die de
besturingshendel met de besturingsarmas
verbindt (A).
2. Plaats de besturingshendel in het volgende
gaatje (B). Bevestig de hendel met de twee
bouten.
3. Herhaal deze stappen voor de andere
besturingshendel.
De kantelpositie aanpassen:
De besturingshendels kunnen naar voren of
naar achteren worden gekanteld voor een
optimaal bedieningscomfort.
1. Draai de bovenste bout, die de
besturingshendel met de besturingsarmas
verbindt, los.
2. Draai de onderste bout voldoende los zodat
de besturingshendel naar voren en naar
achteren kan bewegen. Draai beide bouten
terug vast zodat de hendel in de nieuwe
positie blijft staan.
3.
Herhaal deze stappen voor de andere
besturingshendel.
48