Probeer de motor te starten terwijl de operator
op de stoel zit, de parkeerrem aan staat, de
aftakas is uitgeschakeld en de
linkerbesturingshendel is ingeschakeld. De
starter mag niet worden aangezwengeld.
Herhaal met de rechterhendel ingeschakeld,
dan met beide hendels ingeschakeld. De starter
mag niet worden aangezwengeld.
2. Controleer de noodstopcircuits. Start de motor
terwijl u de gashendel voor een derde indrukt,
ontkoppel de parkeerrem en sta recht in de
stoel (maar ga niet van de zitmaaier af). De
motor moet worden uitgeschakeld nadat
ongeveer een halve seconde is verstreken (de
stoel heeft een vertraagde noodstopschakelaar
om te voorkomen dat de motor zou uitvallen op
ruw terrein).
Start de motor terwijl u de gashendel voor een
derde indrukt, zet de aftakas aan en sta recht
in de stoel (maar ga niet van de zitmaaier af).
De motor moet na één seconde worden
uitgeschakeld als de hendels zijn ingedrukt. Als
de hendels niet zijn ingedrukt, zal er een halve
seconde vertraging zijn.
Start de motor met de rem uitgeschakeld terwijl
u de gashendel voor een derde indrukt, druk de
hendels naar voren en sta recht in de stoel
(maar ga niet van de zitmaaier af). De motor
moet na een halve seconde worden
uitgeschakeld.
Start de motor opnieuw terwijl u de gashendel
voor een derde indrukt en de rem is
ingeschakeld en duw de
linkerbesturingshendel naar voren. De motor
moet na een halve seconde worden
uitgeschakeld.
Herhaal de voorgaande stappen met de
rechterhendel naar voren en duw dan beide
hendels naar voren. De motor moet na een
halve seconde worden uitgeschakeld,
ongeacht of de bestuurder op de stoel zit.
Let op: Als de zitmaaier voor geen enkele
van deze tests slaagt, mag u hem niet
gebruiken. Neem dan contact op met uw
erkende verdeler van ENCORE.
Belangrijk: Het is van cruciaal belang
dat alle veiligheidsmechanismen op
elkaar zijn aangesloten en gereed voor
gebruik zijn voordat u de zitmaaier
gebruikt.
DE ROPS (Roll Over Protection Structure)
CONTROLEREN
Onderhoudsfrequentie: Vóór elk gebruik of
dagelijks
Controleer of al het bevestigingsmateriaal goed
vast zit. Zorg ervoor dat alle pinnen zijn geplaatst
en beveiligd zijn met klinkbouten.
DE VEILIGHEIDSGORDEL CONTROLEREN
Onderhoudsfrequentie: Vóór elk gebruik of
dagelijks
Controleer de veiligheidsgordel op slijtage,
insnijdingen en controleer of het oprolmechanisme
en de gesp nog werken. Vervang de
veiligheidsgordel als hij beschadigd is vóór gebruik.
CONTROLEREN OP LOSSE ONDERDELEN
Onderhoudsfrequentie: Vóór elk gebruik of
dagelijks
1. Leg de motor stil, wacht tot alle bewegende
onderdelen zijn gestopt en haal de sleutel uit
het contact. Schakel de parkeerrem in.
2. Controleer de zitmaaier op losse onderdelen of
een ander mogelijk probleem. Draai de
onderdelen terug vast of corrigeer het probleem
vóór gebruik.
DE LUCHTREINIGER ONDERHOUDEN
Onderhoudsfrequentie: 250 uur
1. Leg de motor stil, wacht tot alle bewegende
onderdelen zijn gestopt en haal de sleutel uit
het contact. Schakel de parkeerrem in.
2. Raadpleeg de handleiding van de motor voor
onderhoudsinstructies.
DE MOTOROLIE VERVANGEN
Onderhoudsfrequentie: 100 uur
37