Inhoudsopgave
Advertenties
7. Start het voertuig en verwijder de kabels in de
omgekeerde volgorde van aansluiting (u moet
eerst de (zwarte) kabel op het motorblok
loskoppelen).
DE MAAIMESSEN CONTROLEREN
Onderhoudsfrequentie: Vóór elk gebruik of
dagelijks
Leg de motor stil, wacht tot alle bewegende
onderdelen niet meer bewegen en haal de sleutel
uit het contact. Schakel de parkeerrem in.
1. Breng het maaidek omhoog in verhoogde
positie zoals aangegeven in het gedeelte Gras
onder het maaidek verwijderen.
2. Controleer de messen en slijp of vervang ze
indien nodig.
3. Plaats de messen terug (indien ze werden
vervangen/geslepen) in deze volgorde:
A. Plaats (3) de afstandsstukken, het mes, de
veerringen en de bout.
B. Plaats de bus en het mes op de spindel.
C. Breng smeermiddel aan op de schroefdraad
van de mesbout om te voorkomen dat deze
vastloopt. Gebruik bij voorkeur kopervet.
Smeermiddel is een aanvaardbaar
alternatief. Plaats de mesbouten en draai
ze vervolgens vast tot 68-81 N-m.
WAARSCHUWING
Een verkeerde installatie van het blad of de
componenten die worden gebruikt om het mes
op zijn plaats te houden kan gevaarlijk zijn.
Indien u niet alle originele onderdelen gebruikt
en monteert zoals wordt vermeld, bestaat het
risico dat een mes of mesonderdeel van onder
het maaidek wordt geduwd, wat kan leiden tot
ernstige letsels of de dood.
Gebruik altijd de originele onderdelen (messen,
mesbussen en mesbouten) zoals vermeld.
WAARSCHUWING
De messen zijn scherp. Bescherm uw
handen met handschoenen en/of wikkel
de messen in een zware doek wanneer u ze
verplaatst.
HET VEILIGHEIDSBLOKKERINGSSYSTEEM
CONTROLEREN
Onderhoudsfrequentie: Vóór elk gebruik of
dagelijks
LET OP
Het is van essentieel belang dat alle
veiligheidsmechanismen op elkaar zijn
aangesloten en gereed zijn voor gebruik
voordat u de zitmaaier gebruikt.
Knoei niet met de
vergrendelingsschakelaar.
Controleer de werking van de
vergrendelingsschakelaars dagelijks en
vervang indien nodig beschadigde
schakelaars voordat u de zitmaaier
gebruikt.
Let op:
De noodstopschakelaar op de stoel heeft
een vertraging van een halve seconde om te
voorkomen dat de motor stilvalt op ruw terrein.
1. Controleer de startschakeling. De starter moet
worden aangezwengeld met de parkeerrem
ingeschakeld, de aftakas uitgeschakeld en de
besturingshendels uit de neutrale
vergrendelingsstand. De operator hoeft niet
in de bestuurdersstoel te zitten om de motor te
starten.
Probeer de motor te starten terwijl de operator
op de stoel zit, de parkeerrem uit staat, de
aftakas is uitgeschakeld en de
besturingshendels in de neutrale
vergrendelingsstand staan. De starter mag
niet worden aangezwengeld.
Probeer de motor te starten terwijl de operator
op de stoel zit, de parkeerrem uit staat, de
aftakas is uitgeschakeld en de
besturingshendels in de neutrale
vergrendelingsstand staan. De starter mag
niet worden aangezwengeld.
36
Advertenties
Inhoudsopgave
