Inhoudsopgave
Advertenties
Zuig de benzine nooit uit de tank met uw
mond.
BEDIENING
Hoewel de beheersing van risico's en de
preventie van ongevallen gedeeltelijk
afhankelijk zijn van het ontwerp en de
configuratie van de apparatuur, zijn deze
factoren ook afhankelijk van het bewustzijn, de
oplettendheid en de juiste opleiding van het
personeel dat betrokken is bij de bediening,
transport, onderhoud en bewaring van de
apparatuur. Het is cruciaal dat alle
veiligheidsmechanismen voor de bediening
bevestigd zijn en gereed zijn voor gebruik
voordat u begin met maaien.
WAARSCHUWING
Motoronderdelen zoals de uitlaat worden
uiterst heet. Er kunnen ernstige
brandwonden optreden bij contact met deze
onderdelen en afval zoals bladeren, gras of
struiken kunnen vuur vatten.
Laat motoronderdelen zoals de uitlaat
afkoelen voordat u ze aanraakt.
Verwijder opgestapeld vuil uit de uitlaat
en uit de ruimte waarin de motor zich
bevindt.
WAARSCHUWING
De uitlaatgassen van de motor bevatten
koolmonoxide, een geurloos dodelijk gif dat
u kan doden.
Laat de motor niet binnenshuis of in een
kleine afgesloten ruimte draaien waar
gevaarlijke koolmonoxidedampen zich
kunnen verzamelen.
Werk alleen bij daglicht of goed kunstmatig
licht en blijf uit de buurt van gaten en
verborgen gevaren.
Zorg ervoor dat alle aandrijvingen in
neutraal staan en dat de parkeerrem is
ingeschakeld voordat u de motor start.
Doe het maaidek nooit naar boven wanneer
de messen actief zijn.
Gebruik de zitmaaier nooit wanneer de
beschermende kappen, schermen of
afdekkingen beschadigd zijn. Zorg ervoor
dat de schermen, kappen, schakelaars en
ander toebehoren altijd zijn geïnstalleerd en
naar behoren werken.
Leg de motor stil, wacht tot alle bewegende
onderdelen zijn gestopt en schakel de
parkeerrem in:
o Vóór het tanken
o Vóór het leegmaken van de
grasopvangbak
o Vóór het regelen van de hoogte
Parkeer de zitmaaier op een vlakke
ondergrond. Leg de motor stil, wacht tot
alle bewegende onderdelen zijn gestopt,
haal de sleutel uit het contact en schakel de
parkeerrem in:
o Vóór het controleren en reinigen van
of werken aan de zitmaaier.
o Na het raken van een vreemd
voorwerp zal de zitmaaier op een
abnormale manier trillen (controleer
de zitmaaier op schade en laat deze
herstellen voordat u doorgaat met
het werk)
o Vóór het verwijderen van
verstoppingen
o Vóór het verlaten van de
bestuurdersstoel
Maai nooit wanneer de uitwerpklep omhoog
is gebracht of is verwijderd of gewijzigd,
tenzij er een grasopvangsysteem of
mulchkit is geïnstalleerd.
Verander de instelling van de motorregelaar
niet en laat de motor niet met een te hoog
toerental draaien.
WAARSCHUWING
13
Advertenties
Inhoudsopgave
