6.
Vouw de categorie met papiersoorten uit die het
best overeenkomt met het papier dat u gebruikt.
7.
Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik op
de knop OK.
8.
Klik op de knop OK om het dialoogvenster
Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het
dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de
taak af te drukken.
NLWW
Afdruktaken (Windows)
35