5.
Selecteer de juiste opties voor Paginaranden
afdrukken, Paginavolgorde en Afdrukstand. Klik op
de knop OK om het dialoogvenster
Documenteigenschappen te sluiten.
6.
Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK
om de taak af te drukken.
De papiersoort selecteren (Windows)
1.
Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
2.
Selecteer het apparaat in de lijst met printers en
klik of tik vervolgens op de knop Eigenschappen of
Voorkeuren om de printerdriver te openen.
OPMERKING:
De naam van de knop verschilt per
softwareprogramma.
NLWW
Afdruktaken (Windows)
33