2
Kadreer de foto.
Kadreer een foto in de zoeker met het
hoofdonderwerp in ten minste één van
de 11 scherpstelpunten.
3
Druk de ontspanknop half
in.
Druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen (als het
onderwerp slecht belicht is,
kan de flitser opklappen en
kan de AF-hulpverlichting
gaan branden). Zodra de
scherpstelbewerking is
voltooid, klinkt er een signaal (een signaal is mogelijk niet te
horen als het onderwerp beweegt) en de scherpstelaanduiding
(I) verschijnt in de zoeker.
Scherpstelaanduiding
(knippert)
24
I
Onderwerp scherp in beeld.
I
Camera kan niet scherpstellen met autofocus. Zie
pagina 103.
Scherpstelpunt
Scherpstel-
aanduiding
Beschrijving
Buffercapa-
citeit