Aanduiding
Monitor
Initialisatiefout. Schakel
de camera uit en weer in.
Batterijniveau laag.
Voltooi de bewerking en
schakel de camera
onmiddellijk uit.
Klok niet ingesteld
Geen geheugenkaart
geplaatst
Geheugenkaart is
vergrendeld.
Zet de vergrendeling in de
schrijfstand.
Kan deze geheugenkaart
niet gebruiken. De kaart is
mogelijk beschadigd.
Plaats een andere kaart.
Deze kaart is niet
geformatteerd.
Formatteer de kaart.
Kaart is vol
—
Zoeker
Schakel de camera uit, verwijder de
d/k
batterij, plaats de batterij terug en zet de
(knippert)
camera weer aan.
Beëindig het reinigen, zet de camera uit
—
en laad de batterij op of vervang de
batterij.
—
Stel de cameraklok in.
S/s
Schakel de camera uit en controleer of de
(knippert)
kaart correct is geplaatst.
Geheugenkaart is vergrendeld (tegen
(
schrijven beveiligd). Schuif de schakelaar
van de schrijfbeveiliging naar de
(knippert)
"write"-positie.
• Gebruik een goedgekeurde kaart.
• Formatteer de kaart. Als het probleem
zich blijft voordoen, is de kaart mogelijk
beschadigd. Neem contact op met een
door Nikon geautoriseerde
(/k
servicevertegenwoordiger.
(knippert)
• Fout bij het aanmaken van een nieuwe
map. Wis bestanden of plaats een
nieuwe geheugenkaart.
• Plaats een nieuwe geheugenkaart.
T
Formatteer de kaart of schakel de camera
(knippert)
uit en plaats een nieuwe geheugenkaart.
• Verlaag beeldkwaliteit of -formaat.
j/A/s
• Wis foto's.
(knippert)
• Plaats een nieuwe geheugenkaart.
Camera kan niet scherpstellen met
●
autofocus. Verander de compositie of
(knippert)
stel handmatig scherp.
Oplossing
103