4 Kan niet worden gebruikt bij verschuiven of kantelen.
5 Optimale belichting wordt alleen verkregen als het objectief op maximaal diafragma staat en het
objectief niet wordt verschoven of gekanteld.
6 Een AF-S- of AF-I-objectief is vereist.
7 Bij maximaal effectief diafragma van f/5.6 of korter.
8 Wanneer de objectieven AF 80–200mm f/2.8, AF 35–70mm f/2.8, AF 28–85mm f/3.5–4.5 (nieuw) of
AF 28–85mm f/3.5–4.5 volledig worden ingezoomd op minimale scherpstelafstand, wordt mogelijk
de scherpstelaanduiding weergegeven wanneer het beeld op het matglas in de zoeker niet scherp in
beeld is gebracht. Stel handmatig scherp totdat het beeld in de zoeker scherp in beeld is gebracht.
9 Bij maximaal diafragma van f/5.6 of korter.
• Ruis in de vorm van lijnen wordt mogelijk weergegeven tijdens
autofocus wanneer films bij hoge ISO-gevoeligheden worden
opgenomen. Gebruik handmatige scherpstelling of
scherpstelvergrendeling.
D
IX NIKKOR-objectieven
IX NIKKOR-objectieven kunnen niet worden gebruikt.
90