4. Functiemodus "Operationele status"
Chauffeurs- / voertuigwisseling bij operationele status
12:50
0km/h
Kaart!
Chauffeurskaart(en) wisselen
Geval 1:
De bemanning wisselt van plaats,
chauffeur-2 wordt chauffeur-1
1. Neem de chauffeurskaarten uit de
betreffende kaartlezer en wissel ze
van sleuf.
2. Gewenste activiteit instellen.
© Continental Automotive GmbH
Geval 2:
Chauffeur-1 en/of chauffeur-2 verlaten
het voertuig
1. De betrokkene maakt eventueel een
dagafdruk, vraagt zijn chauffeurskaart
op en neemt de chauffeurskaart uit de
DTCO 1381.
2. De nieuwe voertuigbemanning steekt
de chauffeurskaart, afhankelijk van de
functie (chauffeur-1 of chauffeur-2), in
de kaartgleuf.
Geval 3 – gecombineerde registratie:
Rit met verschillende typen
tachografen
Bijvoorbeeld analoge tachografen of ...
Digitale tachografen met chauffeurs-
kaart conform EG-verordening nr.
3821/85 bijlage I B, bijv. de
DTCO 1381.
Bij een controle moet de chauffeur voor de
lopende week en voor de afgelopen 28
dagen het volgende kunnen overleggen:
de chauffeurskaart (1),
Chauffeurs- / voertuigwisseling bij operationele status
de relevante dagprinten uit de digitale
tachograaf (2), bijvoorbeeld bij
beschadiging of functiestoring van de
chauffeurskaart,
de beschreven analoge tachograaf-
schijven (3),
evenals eventuele met de hand
geschreven aantekeningen van de
activiteiten.
2
1
Neem de voor uw land geldende
wettelijke bepalingen in acht!
4
3
45