Wettelijke bepalingen
Wettelijke bepalingen
1
Degene die met voorbedachte rade
wijzigingen aan tachograaf beka-
beling of impulsgever aanbrengt
die de registratie en data van de
tachograaf beïnvloeden, handelt in
strijd met wettelijke voorschriften
en strafbepalingen.
Het vervalsen, achterhouden of
vernietigen van gegevens van de
tachograaf, alsmede van tacho-
graafkaarten en geprinte documen-
ten is verboden.
Wettelijk kader
Het gebruik van tachografen is momenteel
in de respectievelijk geldende versie van
de EG-verordening 3821/85 in combinatie
met de EG-verordening nr. 561/2006 en
de geldende nationale wetten geregeld. Zij
legt aan de chauffeur en de eigenaar van
het voertuig (bedrijf) een aantal verplich-
tingen en verantwoordelijkheden op. De
onderstaande opsomming doet geen aan-
spraak gelden op volledigheid of rechts-
geldigheid!
10
Plichten van de chauffeur
De chauffeur dient te zorgen voor een
correct gebruik van de chauffeurskaart
en van de tachograaf.
Wat te doen in geval van storingen:
– De chauffeur moet op een apart
blad of op de achterzijde van de
papierrol de door de tachograaf
niet meer correct vastgelegde of
geprinte gegevens over de activi-
teiten noteren
Zie "Activiteiten met de hand
invoeren" op pagina 41.
– Indien de terugkeer naar de stand-
plaats van de onderneming niet
binnen een week gerealiseerd kan
worden, moet de reparatie van de
tachograaf onderweg door een
geautoriseerde werkplaats worden
uitgevoerd.
Bij gecombineerde registratie
(gebruikmaking van een voertuig met
zowel analoge als digitale tachograaf)
dienen de vereiste documenten over-
legd te kunnen worden.
Zie "Chauffeurs- / voertuigwisseling
bij operationele status" op pagina 45.
1. Algemene aanwijzingen
Bij verlies, diefstal, beschadiging of
foutief functioneren van de chauffeurs-
kaart moet de chauffeur aan het begin
en aan het einde van de rit een dag-
print van de DTCO 1381 maken en
voorzien van persoonlijke gegevens.
Eventueel moeten de standby-tijden
en overige werktijden met de hand
geschreven worden aangevuld.
Zie "Activiteiten met de hand
invoeren" op pagina 41.
De chauffeurskaart dient aan de
bevoegde overheidsinstantie worden
overhandigd zodra deze is beschadigd
of niet goed functioneert; verlies ervan
dient volgens de voorschriften te wor-
den gemeld. De vervangende kaart-
moet binnen zeven kalenderdagen
worden aangevraagd.
De rit mag gedurende een periode van
15 kalenderdagen zonder chauffeurs-
kaart worden voortgezet indien dit
noodzakelijk is voor het terugbrengen
van het voertuig naar de locatie van de
onderneming.
DTCO 1381