9. Pictogrammen en printvoorbeelden
Overzicht recorddoel
0 = Een van de 10 meest recente inci-
denten of storingen.
1 = De langste gebeurtenis van de laat-
ste 10 dagen waarop een gebeurte-
nis heeft plaatsgevonden.
2 = Een van de 5 langste gebeurtenis-
sen in de afgelopen 365 dagen.
3 = De laatste gebeurtenis van de laat-
ste 10 dagen waarop een gebeurte-
nis heeft plaatsgevonden.
4 = De belangrijkste gebeurtenis van
de laatste 10 dagen waarop een
gebeurtenis heeft plaatsgevonden
5 = Een van de 5 belangrijkste inciden-
ten in de afgelopen 365 dagen.
6 = De eerste gebeurtenis of de eerste
storing na de laatste kalibratie.
7 = Een actieve gebeurtenis of een
voortdurende storing.
© Continental Automotive GmbH
Aantal vergelijkbare gebeurtenissen
0 = Het opslaan van het "Aantal verge-
lijkbare gebeurtenissen" is voor
deze gebeurtenis niet nodig.
1 = Op deze dag is een gebeurtenis
van dit type opgetreden.
2 = Op deze dag zijn twee gebeurtenis-
sen van dit type opgetreden en
slechts één werd opgeslagen.
n = Op deze dag zijn "n" gebeurtenis-
sen van dit type opgetreden en
slechts één werd opgeslagen.
Recorddoel bij gebeurtenissen of storingen
9
115