4. Stel de geleiders zo af dat ze de randen van het papier net raken.
5. Als u op het bedieningspaneel hierom wordt gevraagd, controleert u het papierformaat, de
papiersoort en -kleur op het scherm Papierinstellingen.
6. Selecteer Bevestigen als u klaar bent.
T T r r a a n n s s p p a a r r a a n n t t e e n n
Opmerking:
U kunt transparanten alleen vanuit de handmatige invoer afdrukken.
R R i i c c h h t t l l i i j j n n e e n n v v o o o o r r a a f f d d r r u u k k k k e e n n o o p p t t r r a a n n s s p p a a r r a a n n t t e e n n
• Verwijder al het papier voordat u transparanten in de handmatige invoer plaatst.
• Houd transparanten met beide handen aan de zijkanten vast. Vingerafdrukken en kreukels
kunnen de oorzaak zijn van een verminderde afdrukkwaliteit.
• Wijzig de papiersoort in Transparanten op het bedieningspaneel van de printer nadat u de
transparanten hebt geplaatst.
• Selecteer Transparanten als papiersoort in de software van de printerdriver.