Papier en ander afdrukmateriaal
3. Buig de vellen papier heen en weer en waaier de vellen uit. Lijn de randen van de papierstapel
op een vlak oppervlak uit. Hierdoor worden vellen die aan elkaar plakken gescheiden en de
kans op papierstoringen verkleind.
4. Plaats het papier in de lade zoals aangegeven en stel daarna de papiergeleiders in de lade af
op het formaat van het papier.
• Plaats het papier met de beeldzijde omlaag in de lade.
• Plaats geperforeerd papier met de gaten naar de rechterkant van de printer gericht.
• Zorg dat het papier niet boven de maximum vullijn uitkomt. Als de lade te vol zit, kunnen
er papierstoringen optreden.
66
Xerox
WorkCentre
®
Handleiding voor de gebruiker
3335/3345 Multifunctionele printer
®