3. Veiligheidsinformatie
Om de veilige werking en het onderhoud van de meter te garanderen, dient u deze instructies
nauwgezet te volgen. Het niet in acht nemen van waarschuwingen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Dit instrument is ontworpen en geproduceerd in strikte overeenstemming met GB4793 Veiligheids-
voorschriften voor elektronische meetapparaten en veiligheidsnormen IEC61010-1 en IEC 61010-2-032,
en voldoet aan de veiligheidsnorm van dubbele isolatie, overspanning CAT III 1.000 V, CAT IV 600 V
(VT8-1000) of CAT III 600 V, CAT IV 300 V (VT8-600) en niveau van milieuverontreiniging 2. Gebruik dit
instrument in strikte overeenstemming met de gebruikershandleiding en snelstartgidsen, als u dit niet
doet, kan dit de geboden bescherming in gevaar brengen of tenietdoen.
Voldoet aan UL-normen 61010-1, 61010-2-030, 61010-2-032, en 61010-2-033; Gecertificeerd volgens
CSA-normen C22.2 Nr. 61010-1, 61010-02-030, IE CSTD 61010-2-032, en 61010-2-033.
WAARSCHUWINGEN
WAARSCHUWING wijst op omstandigheden en handelingen die LICHAMELIJK of DODELIJK LETSEL
kunnen veroorzaken.
Houd bij het hanteren van meetsnoeren of sondes te allen tijde handen en vingers achter de vinger-
beschermers. Om elektrische schokken te voorkomen, mag u de blootgestelde elektrische draden,
connectoren, ongebruikte ingangsaansluitingen of circuits die worden getest niet aanraken.
Verwijder de testsnoeren van de meter voordat u het batterijvak of de behuizing van de meter opent.
Gebruik de meter alleen zoals gespecificeerd in deze Gebruikershandleiding of bijbehorende Snelhandleiding
om te voorkomen dat de bescherming van de meter in gevaar komt.
Zorg ervoor dat u de juiste terminals, schakelaarposities en bereiken gebruikt bij het uitvoeren van metingen.
Controleer de werking van de meter door een bekende spanning te meten. Laat de meter onderhouden
als de meter ongebruikelijk reageert of als er vragen zijn over de functionele integriteit van de meter.
Gebruik niet meer dan de nominale spanning, zoals aangegeven op de meter, tussen de terminals of tussen
de terminals en de aarding.
Meet geen spanningen hoger dan 1.000 V AC/DC (VT8-1000) of 600 V AC/DC (VT8-600) tussen de terminal
en de aarding om elektrische schokken en schade aan het elektrische testapparaat te voorkomen.
Wees voorzichtig bij het werken met spanningen hoger dan 30 V AC RMS, 42 V AC piek, of 60 V DC.
Deze spanningen kunnen elektrische schokken veroorzaken.
Om misleidende metingen te voorkomen die tot elektrische schokken en verwondingen kunnen leiden,
dient u de batterijen te vervangen zodra de indicator voor bijna lege batterij wordt weergegeven.
Schakel de stroomtoevoer naar het circuit dat wordt getest uit en ontlaad alle hoogspanningscondensatoren
alvorens de weerstand, continuïteit, diodes of capaciteit te testen.
Gebruik de meter niet in de nabijheid van explosief gas of stoom.
Gebruik de meter niet als deze nat is en stel de meter nooit bloot aan vocht. Zo vermindert u het risico
op brand of elektrische schokken.
Individuele beschermingsmiddelen moeten worden gebruikt als GEVAARLIJKE onderdelen ONDER SPANNING
toegankelijk kunnen zijn in de installatie waar metingen moeten worden uitgevoerd.
5
VT8-600_1000-nl-NL_AC 10/18