5
Installatie
5.4
Gasleiding aansluiten
> Leg de buisdiameter conform de geldende plaatselijke
voorschriften m.b.t. de aansluitwaarde van de gasgestoo-
kte boiler vast.
2
5.2 Gasaansluiting tot stand brengen
Opgelet!
b
Functiestoring door verontreiniging!
Vreemde voorwerpen, zoals bijv. vuil, bewer-
kingsresten of afdichtingsmateriaal in het
gasblok kunnen storingen veroorzaken.
> Blaas de gasleiding voor de aansluiting
van het toestel zorgvuldig uit, zodat er
geen vreemde voorwerpen in de tempera-
tuurkeuzeknop (1) terecht kunnen komen!
> Bouw in de gasaansluitleiding een gasafsluitkraan (2) in.
> Controleer alle aansluitingen op dichtheid.
12
5.5
Waterleidingen aansluiten
1
6
R3/4
R3/4
5
5.3 Wateraansluiting tot stand brengen
1 Koudwateraansluiting R3/4 (blauwe ring)
2 Stromingsbeveiliging
3 Reinigingsopening
4
Magnesiumbeschermingsanode
5 Circulatieaansluiting R3/4 (zwarte ring)
6 Warmwateraansluiting R3/4 (rode ring)
De Boiler kan met alle volgens DIN 1988
toegestane installatiematerialen aangesloten worden.
Voor de wateraansluitingen kunnen stalen of koperen buizen
gebruikt worden. Kunststofbuizen zijn alleen in de koudwater-
leiding tot aan de veiligheidsgroep toegestaan. Bij de installa-
tie van de wateraansluiting gaat u als volgt te werk:
> Controleer en spoel het volledige aan te sluiten water-
leidingnet.
595
550
242
100
R3/4
90
0020152830_00.indd - 08/12 - Protherm
1
2
3
4