SEG IV
2.1.3 Veiligheidsaanwijzingen hoogspanning/netspanning
In elektrische installaties komen zeer hoge spanningen voor. Door spanningoverslag van
beschadigde componenten, bijv. ten gevolge van marterbeten, of door het aanraken van
spanningvoerende delen bestaat gevaar van elektrische schokken. Hoogspanning van het voertuig
en netspanning van het lichtnet kunnen ten gevolge van onoplettendheid leiden tot ernstig letsel
of tot de dood. Het onderstaande dient daarom in acht te worden genomen:
•
Gebruik uitsluitend elektriciteitskabels met aardcontact.
•
Gebruik uitsluitend een gecontroleerde of meegeleverde netvoedingskabel.
•
Gebruik uitsluitend origineel kabelmateriaal.
•
Controleer kabels en voedingsadapters regelmatig op beschadigingen.
•
Raak bij werkzaamheden met ingeschakeld contact geen spanningvoerende delen aan.
2.1.4 Veiligheidsaanwijzingen letselgevaar
Bij werkzaamheden aan het voertuig bestaat letselgevaar door roterende delen of door wegrollen
van het voertuig. Het onderstaande dient daarom in acht te worden genomen:
•
Beveilig het voertuig tegen wegrollen.
•
Zet voertuigen met automatische versnellingsbak in de parkeerstand.
•
Deactiveer het start/stop-systeem ter voorkoming van een ongecontroleerde motorstart.
•
Voer aansluiting van het apparaat op het voertuig uitsluitend uit bij uitgeschakelde motor.
•
Grijp bij lopende motor niet in roterende delen.
•
Leg de kabels niet de buurt van roterende delen.
•
Controleer de hoogspanning-voerende delen op beschadiging.
2.1.5 Veiligheidsaanwijzingen laser
Bij werkzaamheden met laser bestaat gevaar van oogletsel door verblinding. Het onderstaande
dient daarom in acht te worden genomen:
•
Gebruik laser uitsluitend tezamen met de aangebrachte beschermglazen. (SEG IV SE)
•
Defect beschermglas moet onmiddellijk worden vervangen. (SEG IV SE)
•
Richt de laserstraal niet op personen, deuren of ramen.
•
Kijk nooit direct in de laserstraal.
•
Zorg voor een goede verlichting van de ruimte.
•
Vermijd struikelobjecten.
•
Beveilig mechanische delen tegen omvallen/losraken.
Aanwijzing voor de gebruiker
Veiligheidsaanwijzingen
7