MENU 5.3.21 - DEB.SENSOR /
ENERGIEMETER
Aanvoertemperatuursensor
instelmodus
Instelbereik: EMK150 / EMK300/310 / EMK500
Fabrieksinstelling: EMK150
energie per puls
Instelbereik: 0 – 10000 Wh
Fabrieksinstelling: 1000 Wh
pulsen per kWh
Instelbereik: 1 – 10000
Fabrieksinstelling: 500
Energiemeter
instelmodus
Instelbereik: energie per puls / pulsen per kWh
Standaardwaarde: energie per puls
energie per puls
Instelbereik: 0 – 10000 Wh
Fabrieksinstelling: 1000 Wh
pulsen per kWh
Instelbereik: 1 – 10000
Fabrieksinstelling: 500
Er kunnen maximaal twee flowmeters (EMK) / energie-
meters worden aangesloten op de ingangskaart AA3,
klemmenstrook X22 en X23. Selecteer deze in menu
5.2.4 - accessoires.
Flowmeter (energiemeterset EMK)
Er wordt een flowmeter (EMK) gebruikt om de hoeveel-
heid energie te meten die door de verwarmingsinstallatie
voor warmtapwater en verwarming in het gebouw wordt
geleverd en geproduceerd.
De functie van de flowmeter is het meten van de door-
stroming en de temperatuurverschillen in het laadcircuit.
De waarde wordt weergegeven op het display van een
compatibel product.
energie per puls: Hier stelt u de hoeveelheid energie in
waarmee elke puls correspondeert.
pulsen per kWh: Hier stelt u het aantal pulsen per kWh
in dat naar de F1155PC wordt verstuurd.
Energiemeter (elektriciteitsmeter)
De energiemeter(s) wordt (worden) gebruikt om pulssig-
nalen te sturen telkens wanneer er een bepaalde hoe-
veelheid energie is verbruikt.
energie per puls: Hier stelt u de hoeveelheid energie in
waarmee elke puls correspondeert.
50
Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's
pulsen per kWh: Hier stelt u het aantal pulsen per kWh
in dat naar de F1155PC wordt verstuurd.
MENU 5.4 - IN-/UITGANGEN SOFTWARE
Hier kunt u selecteren op welke in-/uitgang op de in-
gangskaart (AA3) de externe contactfunctie (pagina 24)
moet worden aangesloten.
Selecteerbare ingangen op klemmenstrook AUX 1-5
(AA3-X6:9-18) en uitgang AA3-X7 op de ingangskaart.
MENU 5.5 - SERVICE FABRIEKINSTELLING
Alle instellingen kunnen hier worden gereset (inclusief
instellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker) naar
standaardwaarden.
LET OP!
Bij het resetten wordt bij de volgende start van
de warmtepomp de startgids weergegeven.
MENU 5.6 - GEFORCEERDE REGELING
U kunt hier de verschillende componenten in de warm-
tepomp en eventueel aangesloten accessoires regelen.
Voorzichtig!
Geforceerde besturing is alleen bedoeld voor
het oplossen van problemen. Elk ander gebruik
van de functie kan schade veroorzaken aan de
onderdelen van uw klimaatsysteem.
MENU 5.7 - STARTGIDS
Wanneer de warmtepomp voor de eerste keer wordt
gestart, opent de startgids ook automatisch. Hier kunt
u deze handmatig starten.
Zie
pagina 30
voor meer informatie over de startgids.
MENU 5.8 - SNELSTART
Van hieruit is het mogelijk om de compressor te starten.
LET OP!
Er moet een vraag naar verwarming, koeling
of warmtapwater zijn om de compressor te
starten.
Voorzichtig!
U kunt de compressor beter niet te vaak snel-
starten gedurende een korte periode, want
hierdoor zouden de compressor en zijn neven-
apparatuur kunnen beschadigen.
NIBE F1155PC