MENU 5.3.4 - ZONNEVERWARMING
delta-T starten
Instelbereik: 1 – 40 °C
Standaardwaarde: 8 °C
delta-T stoppen
Instelbereik: 0 – 40 °C
Standaardwaarde: 4 °C
max. tanktemperatuur
Instelbereik: 5 – 110 °C
Standaardwaarde: 95 °C
max. zonnecollectortemp.
Instelbereik: 80 – 200 °C
Standaardwaarde: 125 °C
antivriestemperatuur
Instelbereik: -20 – +20 °C
Standaardwaarde: 2 °C
koeling zonnecollector start
Instelbereik: 80 – 200 °C
Standaardwaarde: 110 °C
passief opladen - inschakeltemperatuur
Instelbereik: 50 – 125 °C
Fabrieksinstelling: 110 °C
passief opladen - uitschakeltemperatuur
Instelbereik: 30 – 90 °C
Fabrieksinstelling: 50 °C
actief opladen - activeren dT
Instelbereik: 8 – 60 °C
Fabrieksinstelling: 40 °C
actief opladen - deactiveren dT
Instelbereik: 4 – 50 °C
Fabrieksinstelling: 20 °C
NIBE F1155PC
delta-T starten, delta-T stoppen: Hier kunt u het tempe-
ratuurverschil tussen zonnecollector en zonneboiler in-
stellen, waarbij de circulatiepomp zal starten en stoppen.
max. tanktemperatuur, max. zonnecollectortemp.: Hier
kunt u de maximumtemperaturen in zonneboiler resp.
zonnecollector instellen, waarbij de circulatiepomp zal
stoppen. Dit om bescherming te bieden tegen te hoge
temperaturen in de zonneboiler.
Als de unit een antivriesfunctie, zonnepaneelkoeling
en/of passief/actief opladen heeft, kunt u dat hier active-
ren. Als de functie geactiveerd is, kunt u daar instellingen
voor invoeren. "zonnepaneelkoeling", "passief opladen"
en "actief opladen" kunnen niet worden gecombineerd.
Er kan slechts één functie geactiveerd worden.
antivriesbescherming
antivriestemperatuur: Hier kunt u de temperatuur in de
zonnecollectoren instellen, waarbij de circulatiepomp
moet starten om bevriezing te voorkomen.
zonnepaneelkoeling
koeling zonnecollector start: Als de temperatuur in de
zonnecollector hoger is dan deze instelling, terwijl tege-
lijkertijd de temperatuur in de zonneboiler hoger is dan
de ingestelde maximumtemperatuur, wordt de externe
functie voor koeling geactiveerd.
passief opladen
inschakeltemperatuur: Als de temperatuur in het zonne-
paneel hoger wordt dan deze instelling, wordt de functie
geactiveerd. Maar de functie wordt een uur lang geblok-
keerd als de temperatuur van de brine-vloeistof die de
warmtepomp (BT10) instroomt, hoger wordt dan de in-
gestelde waarde voor "max. bron in" in menu 5.1.7.
uitschakeltemperatuur: Als de temperatuur in het zonne-
paneel lager wordt dan deze instelling, wordt de functie
geactiveerd.
actief opladen
activeren dT: Als het verschil tussen de temperatuur in
het zonnepaneel (BT53) en de temperatuur van de brine-
vloeistof die de warmtepomp (BT10) instroomt, groter
is dan deze instelling, wordt de functie gedeactiveerd.
Maar de functie wordt een uur lang geblokkeerd als de
temperatuur van de brine-vloeistof die de warmtepomp
(BT10) instroomt, hoger wordt dan de ingestelde waarde
voor "max. bron in" in menu 5.1.7.
deactiveren dT: Als het verschil tussen de temperatuur
in het zonnepaneel (BT53) en de temperatuur van de
brine-vloeistof die de warmtepomp (BT10) instroomt,
kleiner is dan deze instelling, wordt de functie gedeacti-
veerd.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's
47