Beschrijving van de weergavesymbolen
A Sleutel
de toetsenblokkering is geac-
tiveerd
B Pauzesymbool knippert als 'pauze' geactiveerd is
C Batterijstatus-
knippert als de batterij leeg is
weergave
D Intensiteit
ingesteld intensiteitsniveau 0 - 40
E Programma
het geselecteerde programma
met het aantal reeds voltooide
trainingscycli
F Timer
de resterende looptijd van het
opgestarte programma
5. Ingebruikname
Plaatsen van de batterijen
Als het batterijsymbool in de display knippert dan zijn de batterijen leeg en moeten deze
worden vervangen. Om batterijen te plaatsen en verwijderen, moet u de bedieningseen-
heid uit de houder van de riem nemen.
― Trek het apparaat naar boven uit de houder.
― Verwijder het deksel van het batterijvak.
― Plaats de batterijen weer terug in het batterijcompartiment in overeenstemming met de
markeringen. Let op de juiste richting van de batterijpolen.
Richtlijnen:
― Bij dit apparaat kunnen geen accu's worden gebruikt.
― Bij het niet langer gebruiken van het apparaat adviseren wij het apparaat los van de riem te bewaren.
― Als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, raden wij aan de batterijen te verwijderen.
― Deponeer de gebruikte, volledig lege batterijen in de daarvoor specifiek bestemde afvalbakken of bied
ze bij het afvalverwerkingsstation of de elektriciteitszaak aan als chemisch afval. U bent wettelijk ver-
plicht de batterijen correct te verwijderen.
― Deze tekens kunt u aantreffen op batterijen met schadelijke stoffen:
Pb = batterij bevat lood,
Cd = batterij bevat cadmium,
Hg = batterij bevat kwik.
― Met het oog op het milieu mag het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet met het ge-
wone huisvuil worden weggegooid. Het verwijderen kan via gespecialiseerde verzamelpunten in
uw land gebeuren. Verwijder het apparaat conform de EU-richtlijn voor afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur – WEEE (Waste Electrical and Electronic Equipment). Voor meer informatie
kunt u contact opnemen met de verantwoordelijke instanties voor afvalverwijdering in uw gemeente.
Aanbrengen van de riem
Vóór elke training moet u controleren of uw huid schoon en crème- en olievrij is. Alleen dan kan het appa-
raat optimaal werken.
― Leg de riem met de elektroden naar u toe voor u neer.
― Bevochtig beide elektroden en uw buik met water. Let op dat de elektrodevlakken gelijkmatig bevoch-
tigd zijn om plaatselijke spanningspieken op uw huid bij latere training te voorkomen.
― Plaats de riem zo om uw middel dat de elektroden op uw buik liggen. Sluit vervolgens de klittenband-
sluiting.
De riem bestaat uit elastisch materiaal en past bij de meeste taillematen. Let op dat u de riem voor een
goed contact tussen de elektroden en huid strak omdoet, maar niet insnoert.
A
88
P
D
88 8-88 88
P
Das digital-ABC:
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ
5
B
C
88
8-88
E
F