De rotormotor wordt door Systemair voor de levering
aangebracht.
De rotormotor is gemonteerd op een motorconsoleplaat.
Controleer dat de rotor en sensor niet in aanraking
kunnen komen daar de diameter van de rotor 2 tot 3 cm
kan variëren. Draai de rotor met de hand rond om te
controleren of de sensor niet door de rotor wordt geraakt.
Let op:
Om het signaal van de sensor tijdens de
rotatie van de rotor te activeren moet er een
schroef op de rotor worden aangebracht. De
afstand tussen de schroef en de sensor mag
niet meer zijn dan 2mm.
De sensor moet aan de rechterkant worden geïnstalleerd,
gezien vanaf de inspectiezijde van het apparaat.
Controleer of aanraking tussen sensor en rotor
onmogelijk is. Pas, indien nodig, de positie van de sensor
aan.
Breng de getoonde schroef aan op de rotor voor de
activatie van het signaal van de sensor.
Let op:
De afstand tussen de schroef en de sensor
mag niet meer zijn dan 2mm.
output |
Snelheidsregeling voor roterende warmtewisselaar |
4-5