Inhoudsopgave
Advertenties
38
| Opstarten, afstellen, gebruik, ingebruikname en nadat de kast enkele maanden niet in gebruik is geweest
K.5.6
Circulatiepomp, verwarming
De circulatiepomp is niet inbegrepen in de levering van Systemair. Indien de pomp 24 uur lang niet is geactiveerd, wordt
de pomp dagelijks 1 minuut lang ingeschakeld om deze in goede staat te houden. Kabels worden niet door Systemair
geleverd.
K.5.7
Brandalarmfunctie
K.5.7.1 Extern brandsignaal dat blokkeren of draaien aangeeft
De kast is verkrijgbaar zonder onderdelen voor deze functie. De regelaar is standaard geconfigureerd voor normaal
draaien als het contact gesloten is (NG). Als de contacten open zijn, stoppen de ventilatoren en sluiten de kleppen. In-
dien niet verbonden, wordt brand aangegeven en de unit stopt tot het signaal opnieuw tot stand wordt gebracht. Op de
locatie kan de configuratie worden gewijzigd door gekwalificeerde monteurs.
K.5.7.2 Extern brandsignaal
De unit wordt geleverd zonder onderdelen voor deze functie. De regelaar is standaard geconfigureerd voor normaal
draaien als het contact gesloten is (NG). Als de contacten open zijn, stoppen de ventilatoren en sluiten de kleppen. Na-
dat de unit is uitgeschakeld door een brandsignaal, moet de unit opnieuw worden gestart met het bedieningspaneel.
Op de locatie kan de configuratie worden gewijzigd door gekwalificeerde monteurs.
K.5.7.3 Twee brandthermostaten
De unit is verkrijgbaar met 2 thermostaten in de kast geïnstalleerd – 1 in de retourlucht en 1 in de toevoerlucht. De tem-
peratuur voor het uitschakelen van de thermostaten is instelbaar tussen 40 en 70 °C. Af fabriek wordt de toevoer inge-
steld op 70 ˚C en de retour op 40 ˚C. De regelaar wordt standaard geconfigureerd om de ventilatoren te stoppen en de
kleppen te sluiten als een thermostaat wordt geactiveerd. Op de locatie kan de configuratie worden gewijzigd door ge-
kwalificeerde monteurs.
K.5.7.4 Eén rookmelder in afvoerlucht
De rookmelder is geïnstalleerd in de retourlucht naast de ventilator. De regelaar is standaard geconfigureerd om de
ventilatoren stop te zetten en de kleppen te sluiten als de melder wordt geactiveerd door rook. Nadat de unit is uitge-
schakeld door een brandsignaal, moet de unit opnieuw worden gestart met het bedieningspaneel. Op de locatie kan de
configuratie worden gewijzigd door gekwalificeerde monteurs.
K.5.8
Elektrische verwarmingsbatterij
K.5.8.1 Regeling verwarmingsvermogen, aangesloten op unit met Systemair-
besturingssysteem
Er is een elektrische verwarmer geïnstalleerd met een aparte regelaar naast de verwarmer. De separate regelaar is ont-
worpen voor capaciteitsconversie van het 0-10 V-stuursignaal van het hoofdbesturingssysteem. De elektrische ver-
warming wordt niet gevoed vanuit de luchtbehandlingskast omdat de schakelkast niet is ontworpen om de
verwarming van voeding te voorzien. Er zijn geen voedingskabels aangesloten op de elektrische verwarming. De sepa-
rate regelaar is zonder werkschakelaar
K.5.8.2 Regeling verwarmingscapaciteit, aangesloten op unit zonder Systemair-
besturingssysteem
Er is een elektrische verwarmer geïnstalleerd met een aparte regelaar naast de verwarmer. De separate regelaar is ont-
worpen voor capaciteitsconversie van het 0-10 V-stuursignaal van het hoofdbesturingssysteem. Het verwarmingsver-
mogen wordt stapsgewijs aangepast.
De elektrische verwarming wordt niet gevoed vanuit de luchtbehandelingskast omdat de schakelkast niet is ontworpen
om de verwarming van voeding te voorzien. Er zijn geen voedingskabels aangesloten op de elektrische verwarming.
De separate regelaar is zonder werkschakelaar
K.5.9
Snelheidsregeling van ventilatoren
K.5.9.1 Besturingssysteem in de EC motoren
Het toerental van de ventilatormotor wordt geregeld door het EC-systeem dat is ingebouwd in de motoren, en ze zijn
geconfigureerd en getest om te voldoen aan de data voor de luchtbehandelingskast.
output |
Advertenties
Inhoudsopgave
