40
| Opstarten, afstellen, gebruik, ingebruikname en nadat de kast enkele maanden niet in gebruik is geweest
K.5.15
Vorstbeveiliging
Voor de vorstbeveiliging van de verwarmingsbatterij wordt de watertemperatuur in de batterij door een temperatuur-
sensor in het circuit van de retourwater van de batterij naar de regelaar doorgegeven. De regelaar genereert altijd een
signaal naar de klepmotor voor voldoende stroom van warm water om de batterij tegen vorst te beschermen. Deze
vorstbeveiliging wordt ook geactiveerd bij de bedrijfsstand "uit".
Als de watertemperatuur onder de instelpunttemperatuur zakt, stoppen de ventilatoren, sluiten de kleppen en wordt er
een alarm geactiveerd.
Systemair levert elke verwarmingsbatterij voor warm water met een klein buisje bij de verzamelpijp voor retourwater.
Dit kleine buisje pijp is geschikt gemaakt voor de installatie van de hierboven genoemde temperatuursensor voor de
overdracht van de temperatuur van het retourwater naar de regelaar.
K.5.16
Systemair bedieningspaneel - NaviPad
De separate via kabel verbonden (3 m) handterminal met aanraakscherm - de NaviPad is altijd nodig voor de normale
bediening en programmering, omdat de hoofdregelaar - Access - zonder display en knoppen is.
K.5.17
Koudeterugwinning
Als de temperatuur van de retourlucht lager is dan de buitenluchttemperatuur en er vraag is naar koeling in de ruimtes,
zal de terugwinning van koeling worden geactiveerd door het omkeren van het signaal van de warmtewisselaar. Bij het
verhogen van de koelvraag zal dit signaal toenemen voor meer koudeterugwinning.
K.5.18
Vrije koeling
Een temperatuursensor is geïnstalleerd in de unit in de buitenlucht aanzuigsectie. Als de buitentemperatuur na midder-
nacht lager is dan het instelpunt van de ruimtetemperatuur en de werkelijke gemiddelde ruimtetemperatuur hoger is
dan de ingestelde temperatuur, starten de ventilatoren in de zomer om het gebouw tijdens nachtelijke uren te koelen.
K.5.19
Alarmsignaal
Bij alarm zijn er 24 V DC klemmen voor in de schakelkast. Kabel en lamp worden niet door Systemair geleverd.
K.5.20
Warmteterugwinning
De warmteterugwincapaciteit wordt geregeld door het modulerende toerental van de rotor
K.5.21
Vorstbeveiliging– platenwarmtewisselaar
Signalen van een temperatuursensor gemonteerd in de luchtstroom na de platenwarmtewisselaar worden naar de re-
gelaar overgebracht voor vorstbeveiliging van de platenwarmtewisselaar.
K.6
In bedrijf stellen
Wanneer de installateur de installatie heeft afgerond en de installatie wil overdragen aan zijn klant voor betaling, dan
kan het inbedrijfstellingsprotocol het geschreven ontvangstbewijs zijn voor het volledig afgeronde werk. Vul de lege
plaatsen in en onderteken het voorgestelde inbedrijfstellingsprotocol dat Bijlage 8 is, of vul het Word-bestand in met
een inbedrijfstellingsprotocol dat verkrijgbaar is bij uw lokale Systemair-kantoor.
output |