Robomow S modellen
7.3.1
Beschrijving van de "geen-start" codes
Code
00
Geen. De automatische start werkt correct
01
De accu van de maaier is nog niet voldoende geladen om
automatisch te starten
02
Inactieve tijd is ingeschakeld. Geen automatische start
tijdens de inactieve tijd
03
De maaicyclus is voltooid. Wacht op de volgende
geprogrammeerde operatie
04
In de laatste 30 minuten zijn vochtige omstandigheden of
regen gedetecteerd
05
De maaier is uitgeschakeld
07
De gebruiker moet ingrijpen (interactie) om verder te
werken
08
Meerdere opeenvolgende maaibewerkingen hebben
korter geduurd dan verwacht. Gaat meestal samen met
het bericht "Mowing or charging times are shorter than
usual" (Maai- of laadtijd korter dan normaal) (zie sectie
7.2)
09
De eenmalige configuratie is bezig
11
De automatische werking is uitgeschakeld op het menu
Programma aan/uit
12
De automatische werking is op het controlepaneel
gepauzeerd
13
Alle weekdagen zijn als inactieve dagen ingesteld
14
De maaier wordt rechtstreeks via het controlepaneel
geladen (via de laadadapter)
15
De accucellen worden in balans gebracht, in de speciale
laadmodus
16
De maaier bevindt zich in het basisstation maar krijgt
geen laadstroom
17
Lage omgevingstemperatuur
18
Probleem met de toegang tot een subzone. De maaier
krijgt geen toegang tot een subzone
Beschrijving
Geen. Wacht tot het einde van de huidige laadcyclus.
Geen. Wacht tot het einde van de huidige laadcyclus. Dit kan
langer dan gewoonlijk duren.
Geen. Controleer de instelling van de inactieve tijd (zie sectie
4.3.1).
Geen.
Geen. Wacht ten minste 30 minuten nadat het is gestopt met
regenen. Als het niet heeft geregend, kunt u misschien de
gevoeligheid van de regensensor afstellen (zie sectie 4.4.3)
of belt u de Robomow Hotline.
Zet de veiligheidschakelaar aan.
Bevestig het bericht op het scherm.
Inspecteer het mes en de aandrijfwielen van de maaier. De
werkingstijd van de accu kan te kort zijn.
De eenmalige configuratie moet voltooid zijn voor de
automatische werking kan beginnen.
Gebruik het menu Programma aan/uit om de automatische
werking in te schakelen (zie sectie 4.3.8).
Schakel de pauze uit op het controlepaneel of op het menu
Programma aan/uit (zie sectie 5.3).
Controleer de instelling van de inactieve tijd (zie sectie 4.3.1)
Koppel de maaier af van de laadadapter (zie sectie 6.2). Zet
de maaimachine in het basisstation.
Geen. Wacht tot het einde van de huidige laadcyclus. Dit kan
langer dan gewoonlijk duren.
Controleer de verbinding tussen het controlepaneel en het
basisstation. Controleer of de laadcontacten niet worden
belemmerd.
Geen. De maaier zal automatisch starten als het warmer
wordt.
Zie het bericht "Probleem met Subzone X" in sectie 7.2.
42
Oplossingen