Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Gebruiksomgeving
Elektromagnetische compatibiliteit en interferentie
M
• Gebruikers van de MRI-capsule dienen alle aanwijzingen in deze handleiding te lezen
voordat ze dit medische apparaat gaan gebruiken.
• De MRI-capsule is geschikt voor gebruik in diverse locaties, waaronder locaties die
rechtstreeks zijn aangesloten op het openbare laagspanningsnetwerk.
• Bij het installeren van de MRI-capsule dient een inschatting te worden gemaakt van
mogelijke gevaren die verband houden met de plaatsing van elektrische snoeren en
infuuslijnen. Waar van toepassing dienen er risicobeperkingen te worden aangebracht.
• De MRI-capsule mag alleen worden gebruikt in combinatie met compatibele BD-producten
en -accessoires.
• Bij therapeutische toepassing dient elke MRI-capsule te worden ingezet voor slechts één
patiënt tegelijk.
• Deze MRI-capsule is niet bedoeld voor gebruik in de nabijheid van brandbare
anesthesiemengsels met lucht, zuurstof of lachgas.
• Deze MRI-capsule is beschermd tegen de effecten van externe interferentie, waaronder
krachtige radiofrequente straling, magnetische velden en elektrostatische ontlading (zoals
van elektrochirurgische en cauterisatieapparatuur, grote motoren, draagbare radio's,
mobiele telefoons, etc.) en voldoet aan relevante normen voor elektromagnetische en
radiofrequente interferentie. Wanneer er variaties op de normen bestaan, zijn aanvullende
tests uitgevoerd om aan deze vereisten te voldoen.
• Als de deur van de MRI-capsule is geopend en de pompen zijn ingeschakeld, moet
draagbare communicatieapparatuur minimaal 30 cm bij de MRI-capsule vandaan blijven.
Anders kan dit de prestatie van de pompen doen verminderen.
• De MRI-capsule is een Klasse IIb-apparaat. Wanneer Alaris™-infuuspompen worden
bevestigd en operationeel zijn, is het systeem een Klasse IIb-systeem.
• Deze MRI-capsule is een Klasse IIb-apparaat. Daarom zijn de radiofrequente emissies zeer laag
en is het onwaarschijnlijk dat deze interferentie veroorzaakt met de elektronische apparatuur in
de nabijheid. Deze MRI-capsule zendt echter een bepaald niveau elektromagnetische straling
uit die binnen de grenzen valt zoals gespecificeerd in IEC/EN60601-2-24 en IEC/EN60601-1-2
(indien van toepassing). Bij interactie tussen de MRI-capsule en andere apparatuur moeten
maatregelen worden genomen om de gevolgen tot een minimum te beperken, bijvoorbeeld
door de capsule te verplaatsen.
• Dankzij de emissiekarakteristieken van de MRI-capsule is deze geschikt voor industrieel
en ziekenhuisgebruik (CISPR 11 klasse A). Als de MRI-capsule wordt gebruikt in een
woonomgeving (waarvoor CISPR 11 klasse B normaal gesproken vereist is), kan het zijn dat
deze niet voldoende bescherming biedt tegen radiofrequente communicatiediensten. De
gebruiker moet mogelijke risico's inperken, bijvoorbeeld door de MRI-capsule op een andere
plek of in een andere richting te plaatsen.
• Therapeutische stralingsapparatuur: gebruik de MRI-capsule niet in de buurt van
therapeutische stralingsapparatuur van welke aard dan ook. De straling die wordt
gegenereerd door apparatuur voor stralingstherapie, zoals een lineaire versneller, kan de
werking van de MRI-capsule ernstig beïnvloeden. Raadpleeg de aanbevelingen van de
fabrikant met betrekking tot veilige afstand en andere voorzorgsmaatregelen. Neem voor
meer informatie contact op met uw lokale BD-vertegenwoordiger.
• MRI (Magnetic Resonance Imaging): de pompen bevatten ferromagnetische materialen
die gevoelig zijn voor interferentie met het magneetveld dat door een MRI-apparaat
wordt gegenereerd. Daarom dient u de MRI-capsule uitsluitend binnen de opgegeven
veilige afstand te gebruiken. Deze veilige afstand moet worden vastgesteld conform de
aanbevelingen van de fabrikant met betrekking tot elektromagnetische interferentie (EMI).
U kunt ook contact opnemen met uw lokale BD-vertegenwoordiger voor verdere richtlijnen.
BDDF00702 Uitgave 3
BD Alaris™ MRI Capsule
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
19/38