Basisbewegingsparameters groep F
F01
Instellen uitgangsfrequentie
Hierme wordt de gewenste uitgangsfrequentie (motortoerental) ingesteld indien dit onder de
uitbreidingsfunctie A01 is vrijgegeven. Is onder A01 gekozen voor een frequentie-opdracht met
een extern spannings- of stroomsignaal, of met de potentiometer op het front dan kan de
ingestelde waarde (wenswaarde) worden uitgelezen.
Het activeren van de voorkeuzefrequentie kan met F01. Selecteer met de ingangsklemmen de
gewenste multispeed en stel onder F01 de bijbehorende frequentie in.
Geselecteerde frequentie
Multispeed 0 *
Multispeed 1
Multispeed 2
Multispeed 3
*) "Multispeed 0" snelheid vanuit bedieningspaneel of klemmenstrook.
Indien de klemmen 5 en 6 worden geprogrammeerd als CF3 en CF4 zijn er totaal 15 voorkeuzesnelheden
beschikbaar. De 15 voorkeuzefrequenties kunnen tevens via de parameters A21 t/m A35 worden gewijzigd; zie
hiervoor het Hitachi SJ100 Series Inverter Instruction Manual.
Bij gebruik van voorkeuzefrequenties mag F01 niet in het display staan tijdens bedrijf!!
Op elke activering van de voorkeuzesnelheid wordt de EEPROM overschreven. Dit kan na
100000x schakelen leiden tot een EEPROM fout, E08.
F02
Acceleratietijd
De acceleratietijd is de tijd waarin bij een start de maximum frequentie, welke is ingesteld onder
parameter A4,wordt bereikt. Deze tijd is instelbaar tussen 0,1 en 3000 seconden.
Tussen 0,1 en 999,9 seconden is de resolutie 0,1 seconde.
Tussen 1000 en 3000 seconden is de resolutie 1 seconde.
klem 4 (CF2)
klem 3 (CF1)
actief
actief
0
0
0
1
1
0
1
1
9