Autotuning stap voor stap:
Stap
Code
1
A44
2
F02/F03 Acc/dec.tijd
3
H03
4
H04
5
F01
6
H01
7
8
9
Naam
Regelmethode
Motorvermogen in
kW
Motorpooltal
Toerenopdracht
Wijze van
autotuning
Geef een start-
opdracht. Met de
run-toets of met de
ingangsklemmen .
Afhankelijk van de
instelling A02
Actie
Moet op SLV-mode, code 2 staan.
Maak de acceleratie gelijk aan deceleratie-tijd en stel
ze op minimaal 10s. Verleng deze tijden bij een
overcurrent of overvoltage storing.
Selecteer een motorvermogen, is het juiste vermogen
niet te vinden kiest de dichtstbij gelegen waarde.
Geef het aantal motorpolen op, b.v. 1400RPM motor
is een 4 polige motor.
Zorg ervoor dat er een frequentieopdracht groter dan
nul voorstaat, bij voorkeur 50Hz.
Kies indien mogelijk voor autotuning bij draaiende
motor, code 01. Draait de motor tijdens autotuning
niet kies dan alsnog code 02.
De autotuning begint:
- wisselstroom bekrachtiging
- gelijkstroombekrachtiging
- optoeren van de motor tot 80% van de
basisfrequentie (A03)
- motor versnelt tot de frequentie ingesteld onder F01
Autotuning goed doorlopen
Autotuning niet goed doorlopen
Druk de reset toets
21