Uitbreidingsfuncties groep H
H01
Autotuning
Met autotuning worden automatisch de motorconstanten gemeten welke nodig zijn voor
Sensorless Vector Control. In de parameters H20 t/m H34 zijn de diverse motorconstanten uit te
lezen of in te stellen.
0 - autotuning uit
1 - autotuning aan
2 - meten van motorconstanten weerstand en inductie zonder dat de
motor draait
Als de autotuning start zal de motor accelereren naar 80% van de ingestelde kantelfrequentie. Bij
een hele grote lastmassatraagheid kan het gebeuren dat de autotuning niet goed wordt afgerond.
Een alternatief wordt dan gevonden in autotuning zonder draaiende motor (code 2)
(zie autotuning stap voor stap op de volgende bladzijde)
H02
Selectie van motorconstanten
0 - standaard motorconstanten (parameters H20 t/m. H24)
1 - motorconstanten volgend uit de autotuning (parameters H30 t/m. H34)
H03
Motorvermogen
Hierbij kiest u een motorvermogen uit een standaardreeks. Is de door u toegepaste motor
niet aanwezig kies dan de meest dichtbij gelegen waarde en activeer de autotuning. Kunt
u de juiste waarde wel terugvinden dan is in het algemeen geen autotuning nodig.
H04
Aantal motorpolen
2 / 4 / 6 / 8
Ingave van het aantal motorpolen, als fabrieksinstelling is de 4-polige (1500RPM) motor
geselecteerd.
20