E - GEBRUIK
5. FOTOCELLEN
• Als een voorwerp of een persoon tijdens het
sluiten de infraroodbundel tussen de twee
fotocellen onderbreekt, wordt de poort stopgezet
en het openen hervat. Als de automatische
sluiting is geactiveerd, start de vertraging. Als de
fotocelbundel aan het einde van de vertraging
wordt onderbroken, wacht de poort tot de
bundel wordt vrijgegeven voordat deze opnieuw
sluit. Als na 3 minuten de bundel nog steeds niet
is vrijgegeven, wordt de automatische sluiting
geannuleerd en gaat het systeem op stand-by.
• De fotocellen kunnen ook worden geactiveerd aan
het begin van het openen (nuttig als een tweede
set fotocellen is geïnstalleerd - zie "geavanceerde
instellingen (menu 2)").
• Als dat het geval is en de bundel onderbroken
wordt op het moment dat de poort open zou
moeten gaan, geeft het knipperlicht een dubbele
flits gedurende 30 seconden, tenzij een bediening
wordt geactiveerd. Opdat de poort kan openen,
moet de bundel vrijgegeven worden en een
bediening worden ingeschakeld.
5,1. Detectie van obstakel
Tijdens de beweging kunnen de vleugels tegen
een obstakel aan stoten.
• Om veiligheidsredenen: als de motoren te veel
kracht gebruiken (de kracht is instelbaar - zie
"Kracht van de motoren" in de instellingen),
wordt de poort stopgezet, wordt de druk losser
en geeft het knipperlicht gedurende 30 seconden
een dubbele flits af, tenzij een bediening wordt
geactiveerd.
• Door het activeren van een bediening (dezelfde
die gebruikt werd voor het in beweging zetten),
start de poort opnieuw in omgekeerde richting.
• Als
er
tijdens
de
gedetecteerd wordt en als de werkingsmodus
op "automatische sluiting" of "collectief" staat,
gaat de poort weer open en wordt de vertraging
gestart.
• Als
de
poort
een
windweerstand (volle poort) biedt, kan dit de
detectie van obstakels teweegbrengen als
het waait. In dat geval moet de kracht worden
verhoogd van de motoren.
NL
48
sluiting
een
obstakel
groot
oppervlak
van
6. HANDMATIGE BEWEGING
Om de poort handmatig te kunnen manoeuvreren,
volstaat het elke motor te ontkoppelen met de
meegeleverde sleutel (stuk 21). Stop de sleutel
in het ontkoppelingssysteem onder de motor
en draai deze in de richting voor het losmaken
(onderaanzicht). Raadpleeg de indicaties op de
motor op de zijkant van het ontkoppelingssysteem.
Om te ontkoppelen, gaat u in omgekeerde volgorde
te werk (opnieuw vastschroeven) en manoeuvreert u
elke vleugel tot aan de blokkering.
Opgelet:
Wanneer de motoren zijn losgekoppeld, kan de
poort in beweging worden gezet door de werking
van de wind of een externe duw. Het is dus belangrijk
aandacht te besteden aan de poort of om deze te
blokkeren om elke risico op letsels te voorkomen.