Serviceconfiguratiemodus
Deze sectie bevat een lijst met configureerbare opties . Sommige kunnen worden geopend via het menu SERVICE van de pomp
(beschikbaar in de technische modus) en andere via de Alaris™ Editor-software .
De toegangscodes mogen alleen door bevoegd onderhoudspersoneel worden ingevoerd.
w
Vooraf ingestelde alarmen
Bij pompen met softwareversie 2 .3 .4 kan tijdens de configuratie worden gekozen uit 2 verschillende alarmtonen:
• OORSPRONKELIJKE ALARMEN: Alarmtonen met lage, gemiddelde en hoge prioriteit die klinken als de geluidsalarmen en
-waarschuwingen van de softwareversies voorafgaand aan 2 .3 .4
• 3E EDITIE ALARMEN: Alarmtonen met lage, gemiddelde en hoge prioriteit, in overeenstemming met IEC 60601-1-8: 2012 en
IEC 60601-2-24:2012
Voer de toegangscode voor alarminstellingen op de pomp in . Raadpleeg de handleiding voor technisch onderhoud of de kennisgeving
voor meer informatie .
f
1 . Gebruik de
-toetsen om alternatieve alarmtonen te selecteren .
2 . Druk op de softkey OK nadat de gewenste alarmtoon is geselecteerd .
3 . Druk op de softkey STOP als alle wijzigingen zijn doorgevoerd .
Alle pompen in eenzelfde zorgomgeving dienen met dezelfde alarmtonen te worden geconfigureerd om verwarring
w
bij de gebruiker te voorkomen.
Het ziekenhuis/de instelling is verantwoordelijk voor de selectie en configuratie van het gewenste alarmschema.
Het Alaris™ Gateway-werkstation met softwareversie 1.1.3, 1.1.3 MR, 1.1.5, 1.2, 1.3.0, 1.6.0 of 1.5 biedt geen
ondersteuning voor de nieuwe visuele pompalarmschema's met lage prioriteit conform IEC 60601-1-8: 2012. Bij
pompen met softwareversie 2.3.4 of hoger in deze werkstations wordt een melding weergegeven om aan te geven
dat de alarmprioriteiten niet overeenkomen. Als gevolg hiervan worden de alarmen Bijna einde infusie, Uitval
netspanning, Medicijn toevoegen niet voltooid en Attentie op het baken van het werkstation weergegeven als
alarmen met gemiddelde visuele prioriteit, en op de pomp als alarm met lage prioriteit. Daarnaast zal het baken op
het werkstation bij sommige informatiesignalen oplichten, zoals bij Medicijn toevoegen niet voltooid en Titratie niet
bevestigd, terwijl het baken op de pomp hierbij niet zal oplichten. Wanneer de alarmprioriteiten niet overeenkomen,
moet de gebruiker het pompalarm raadplegen voor de juiste prioriteit.
Geconfigureerde opties
Voer de toegangscode voor de modus SERVICE in op de pomp en kies vervolgens CONFIGURATIE . Zie de handleiding voor technisch
onderhoud voor meer informatie .
Gebruik de Alaris™ Editor om de pompconfiguratie, geneesmiddelenlijst en ingeschakelde eenheden voor elke gegevensset te configureren .
Datum en tijd
1 . Selecteer DATUM EN TIJD in het menu CONFIGURATIE met de
2 . Druk op OK om te bevestigen .
f
-toetsen om de weergegeven datum te corrigeren, druk op de VOLGENDE -softkey om naar het volgende
3 . Gebruik de
veld te gaan .
4 . Wanneer de juiste tijd en datum op de display staan, drukt u op de OK-softkey om terug te gaan naar het menu CONFIGURATIE .
5 . Druk op de STOP -softkey om terug te keren naar het menu SERVICE en druk op
Pompreferentie
Deze optie wordt gebruikt om referentietekst toe te voegen die op het opstartscherm van de pomp zal worden weergegeven .
1 . Selecteer POMPREFERENTIE in het menu CONFIGURATIE met de
f
-toetsen om de tekst in te voeren en VOLGENDE om naar het volgende teken te gaan .
2 . Gebruik de
3 . Druk na het selecteren van de gewenste tekst op de OK-softkey om terug te gaan naar het menu CONFIGURATIE .
4 . Druk op de STOP-softkey om terug te gaan naar het hoofdmenu SERVICE . Druk vervolgens op
te zetten .
Taal
Deze optie wordt gebruikt om de taal in te stellen voor de berichten die op het pompscherm worden weergegeven .
1 . Selecteer TAAL in het menu CONFIGURATIE met de
f
2 . Gebruik de
-toetsen om de taal te selecteren .
3 . Druk na het selecteren van de gewenste taal op de OK-softkey om terug te gaan naar het menu CONFIGURATIE .
4 . Druk op de STOP-softkey om terug te gaan naar het hoofdmenu SERVICE .Druk op
f
Uitgave 4
BDDF00548
Alaris™ GP (Guardrails™) volumetrische pomp
f
-toetsen en druk op de OK -softkey .
a
om af te sluiten en de pomp uit te zetten .
f
-toetsen en druk op de OK-softkey .
-toetsen en druk op de OK-softkey .
a
om af te sluiten en de pomp uit te zetten .
28/58
Serviceconfiguratiemodus
a
om af te sluiten en de pomp uit