3. ONDERHOUD
De tank van de boiler moet regelmatig worden doorgespoeld. Bij normaal warmwaterverbruik
en in een gebied waar niet te hard water is, moet doorspoelen minstens eenmaal per kwartaal
geschieden. In gebieden met hard water is doorspoelen eenmaal per maand een vereiste.
Open de aftapkraan en laat zolang water uit de boiler stromen, totdat er met het water geen
kalkbezinksel meer meekomt. Mocht er door intensief gebruik van de boiler en/of kwaliteit van
het water toch ketelsteen op de bodem van de tank vastzitten, dan is ontkalken van de boiler
noodzakelijk. Hiertoe bevindt zich onderaan de tank een reinigingsopening. Nadat de deksel van
de reinigingsopening geopend is dient bij montage altijd een nieuwe pakking te worden
toegepast.
Wanneer tijdens het branden van de boiler een bonkend geluid wordt waargenomen, dan duidt
dit op kalkaanslag op de bodem van de tank, dit dient dan verwijderd te worden. Dit geluid is
overigens ongevaarlijk.
N.B. Indien ondeugdelijke ontkalkingsmiddelen en methoden worden toegepast, vervallen alle
garantie-aanspraken op de tank.
De tank van de boiler wordt kathodisch beschermd tegen corrosie door de in de tank aanwezige
magnesium anodestaven. Het tijdsbestek waarna de anodes moeten worden vervangen, hangt
voornamelijk af van de kwaliteit van het water. Het is daarom noodzakelijk de anodes minimaal
1 maal per jaar te controleren.
De anodestaven zijn gemonteerd boven in de tank. Om de anodestaven te bereiken moet de
bovendeksel en de deksel van de rookgasverzamelkap worden verwijderd. Indien een anode
voor meer dan 40% in oplossing is gegaan, moet deze worden vervangen. Indien een anode
bedekt is met een aanslag dient deze gereinigd te worden.
Eenmaal per jaar dienen bovendien de volgende onderhoudswerkzaamheden aan de boiler te
geschieden :
1. rookgaskanaal controleren op vervuiling.
2. hoofd- en aansteekbrander en wervelstrip met een harde borstel schoonmaken.
3. lagers van de ventilatormotor met wat olie smeren.
Bij vervanging van onderdelen mogen slechts originele, door de fabrikant aangegeven
onderdelen worden toegepast. Componenten welke zijn verzegeld mogen niet worden versteld
of worden gedemonteerd.
Wanneer van een wateronthardingsinstallatie gebruik gemaakt wordt, dient men er rekening
mee te houden, dat ten gevolge van de opgeloste zouten en/of andere chemische middelen de
levensduur van de tank aanmerkelijk kan worden verkort. Frequenter controleren van de
anodestaven moet dan plaats vinden. De hardheid van het water moet tenminste 4°D zijn.
8