2. INSTRUCTIES VOOR IN BEDRIJF STELLEN
2.1
Het vullen van de boiler
• Controleer of de aftapkraan van de boiler gesloten is.
• Open de hoofdkraan van het water en daarna alle warmwatertappunten, zodat de in de
installatie en boiler aanwezige lucht kan ontsnappen.
• Vul de boiler door de koudwater-toevoerkraan open te draaien. De boiler is gevuld zodra er
water uit alle warmwatertappunten stroomt.
2.2
In bedrijf stellen
• Open de koudwater-toevoerkraan en controleer of de boiler geheel is gevuld met water door
de dichtstbijzijnde warmwaterkraan open te draaien.
• Open de afdekkap van het regelpaneel.
• Verwijder de grijze afdekkap van de thermostaat en draai de temperatuurschijf (figuur 5) in
de laagste temperatuurstand, door deze zo ver mogelijk linksom te verdraaien.
figuur 5
• Open de gaskraan in de gastoevoerleiding.
• Draai de gastoevoerknop (figuur 6) linksom naar de positie "ON".
• Schakel de elektrische voeding in.
• Draai de temperatuurschijf van de regelthermostaat rechtsom naar de gewenste
temperatuurinstelling. De rookgasventilator wordt nu gestart en de aansteekbrander wordt
automatisch ontstoken. Zodra de aansteekvlam is gesignaleerd wordt de gasklep naar de
hoofdbrander geopend en wordt de hoofdbrander door de aansteekbrander ontstoken. Zolang
er nog geen aansteekvlam is gesignaleerd zal de indicatielamp "Main Flame Failure"
branden.
• Plaats de afdekkap van de thermostaat en sluit de afdekkap van het regelpaneel.
• Controleer de branderdruk, raadpleeg hiervoor tabel 1
• Laat de boiler 10 minuten branden en controleer dan alle draadverbindingen in de tank op
dichtheid.
figuur 6
6