Inhoudsopgave
Advertenties
•
Om aanvullende gegevens over de behandeling toe te voegen, raakt u het tekst-
veld aan om het schermtoetsenbord weer te geven.
•
Sla de tekst op door OK aan te raken.
•
Druk op de knop T
•
Raak de knop L
De behandelingsparameters voor de gemarkeerde patiënt worden geladen.
De behandelingsparameters zijn geladen wanneer de naam van de patiënt
wordt weergegeven op de grijze statusbalk in het protocolscherm.
•
Raak de grijze statusbalk aan om de patiëntrecord te bekijken.
De patiëntrecord wordt gesloten door
- Openen van een nieuwe patiëntrecord of een nieuwe indicatie
- Terugstellen van de schokteller
- Uitschakelen van het instrument.
5.9
Visueel analoge schaal (VAS)
De visueel analoge schaal in de patiëntrecord kan worden gebruikt om de voortgang
van de therapie te beoordelen. De VAS meet de subjectieve pijnsensatie van de patiënt
op een schaal van 0 tot 10, waarbinnen de patiënt zijn of haar pijnintensiteit kan clas-
sificeren. Het beginpunt (0) staat voor geen pijn, terwijl het laatste punt (10) voor de
ergst voorstelbare pijn staat. Bij elke therapiesessie wordt de patiënt opnieuw ge-
vraagd een waarde toe te kennen aan de pijn die hij/zij sinds de laatste behandeling
heeft gevoeld. De vermindering van de VAS-waarden in de loop van de therapie geeft
een indicatie van het succes van de behandeling.
•
Raak de pijl aan en sleep deze naar het punt op de schaal (zie afbeelding hieron-
der) dat door de patiënt is toegekend aan de intensiteit van zijn of haar pijn.
•
Raak OK aan om de pijl vast te zetten.
Afb. 5-20 Instellen van de VAS-waarde
De pijl kan dan niet meer worden verplaatst en de ingestelde waarde verschijnt
aan de linkerrand van de VAS-schaal.
Afb. 5-21 VAS-waarde instellen
13 610 0016 11.2022
om de lijst met interne toepassingen weer te geven.
ERUG
aan.
ADEN
44
Advertenties
Inhoudsopgave
