Nederlands
Aansluiten van de rails
Verbind de railaansluiting van de booster met de rails (bij 2-geleider-
systemen) resp. met één rail en de middengeleider (bij 3-
geleidersystemen). De toevoer van de boosterstroom op de rails moet
om de 2 a 3 meter gescheiden, daar de weerstanden van de
railovergangen vrij hoog zijn. Worden de afstanden te groot gekozen
dan kunnen er problemen ontstaan bij de kortsluitterugmelding of bij
de stroomvoorziening van de voertuigen.
Let op:
!
De verbinding van de rails (resp. de rails en de middengeleider) met
de beide polen van de railaansluiting is willekeurig behalve wanneer u
al een booster op uw modelspoorbaan heeft aangesloten. In dit geval
moet u erop letten dat:
De linker pool van de railaansluiting van de tweede booster moet met
dezelfde rail (of middengeleider) verbonden zijn als de linker pool van
de al aanwezige booster. Hetzelfde geldt voor de rechter pool van de
railaansluiting van de booster. Worden de aansluitingen verwisseld
dan ontstaat er korstsluiting bij het passeren van de scheidingen
tussen de boosterdelen.
Aansluiten van de stroomvoorziening
Verbind de trafo met de trafoaansluiting van de booster. De benodigde
spanning en het minimale vermogen van de trafo zijn afhankelijk van
de gewenste railspanning. Zie daarvoor het hoofdstuk "Benodigde
materialen" op pagina 4.
Beachten Sie:
!
U mag de rails en de voeding niet verkeerd aansluiten. Een verkeerde
aansluiting van rails en trafo geeft een directe beschadiging van de
booster tot gevolg, en in het meest ongunstige geval is deze niet meer
te repareren.
Pagina 14
Booster B-3