Uitgebreide bewerkingen
9.5 De meetmodus instellen
90
Drie meetmodi hebben invloed op de manier waarop metingen
worden uitgevoerd en gegevens worden opgeslagen:
INDRUKKEN VOOR METEN:
De toets GROEN/RECHTS moet voor elke meting worden
ingedrukt. Elk resultaat wordt automatisch opgeslagen in de
dataopslag als dit voldoet aan de ingestelde stabiliteitscriteria.
Het resultaat wordt tegelijkertijd verzonden naar een apparaat
(pc/printer/flash memorystick) dat/die is aangesloten op de
USB/gelijkstroomadapter (alleen HQ40d).
INTERVAL:
De meter meet het monster op een door de gebruiker ingesteld
interval gedurende een door de gebruiker ingestelde periode
en slaat de gegevens automatisch op in Gegevensopslag.
Het resultaat wordt tegelijkertijd verzonden naar een apparaat
(pc/printer/flash memorystick) dat/die is aangesloten op de
USB/gelijkstroomadapter (alleen HQ40d).
CONTINU:
De meter meet het monster continu en gegevens kunnen
handmatig in Gegevensopslag worden opgeslagen. Gelijktijdig
met het opslaan wordt het gegevenspunt ook verzonden naar een
apparaat (pc/printer/flash memorystick) dat/die is aangesloten op
de USB/gelijkstroomadapter (alleen HQ40d).
Een meetmodus kiezen:
1. Druk op de
-toets.
OPTIES
2. Markeer met de toetsen
meetmodus. Druk op de toets
3. Druk met Modus gemarkeerd op de toets
onder Kiezen.
en
de optie Configuratie
UP
DOWN
onder Kiezen.
GROEN/RECHTS
GROEN/RECHTS