Geleidbaarheid werking en methoden
7.5.4 De Opties metingen geleidbaarheidskalibratie wijzigen
70
2. Kies met de
en
UP
DOWN
moet worden gebruikt. Druk op de toets
de rechter pijl in de functiebalk vervangt. Kies OK om de invoer
te voltooien.
Opties kalibratie wijzigt de gespecificeerde geleidbaarheids-
standaarden voor kalibratie en kalibratieherinneringen.
1. Markeer met de
en
UP
herinneringen. Druk op de toets
Kiezen.
De geleidbaarheidsstandaard wijzigen
1. Markeer met de
en
UP
Druk op de toets
GROEN/RECHTS
2. Kies met de
en
UP
DOWN
die moet worden gebruikt. Druk op de toets
onder OK.
Kalibratieherinnering bewerken
1. Markeer met de toetsen
kalibratie instellen. Druk op de toets
Kiezen.
-toetsen de referentietemperatuur die
GROEN/RECHTS
-toetsen de optie Kalibratie-
DOWN
GROEN/RECHTS
-toetsen de optie Std.
DOWN
onder Kiezen.
-toetsen de kalibratiestandaard
GROEN/RECHTS
en
de optie Herinnering
UP
DOWN
GROEN/RECHTS
tot OK
onder
onder